-
1 his remark sticks in my throat
-
2 throat
nounlook down somebody's throat — jemandem in den Hals od. Rachen schauen
a [sore] throat — Halsschmerzen
cut somebody's throat — jemandem die Kehle durchschneiden
cut one's own throat — (fig.) sich (Dat.) ins eigene Fleisch schneiden
ram or thrust something down somebody's throat — (fig.) jemandem etwas aufzwingen
be at each other's throats — (fig.) miteinander im Clinch liegen (ugs.)
* * *[Ɵrəut]1) (the back part of the mouth connecting the openings of the stomach, lungs and nose: She has a sore throat.) der Rachen2) (the front part of the neck: She wore a silver brooch at her throat.) der Hals•- academic.ru/114921/-throated">-throated- throaty
- throatily
- throatiness* * *[θrəʊt, AM θroʊt]nthe words stuck in my \throat die Worte blieben mir im Halse steckento have a sore \throat Halsschmerzen habento clear one's \throat sich akk räuspernaround her pale creamy \throat she wore a black choker um ihren blass schimmernden Hals trug sie einen schwarzen Halsreif literwith one's \throat cut [or slit] mit durchgeschnittener [o aufgeschlitzter] Kehleto grab sb by the \throat jdn an der Kehle [o fam Gurgel] packen; (hold attention) jdn packen [o fesseln]his speech really grabbed me by the \throat seine Rede hat mich wirklich mitgerissenthe cry came, as if from one \throat: “blood! blood!” wie aus einer Kehle riefen alle: „Blut! Blut!“5.* * *[ɵrəʊt]n(external) Kehle f; (internal also) Rachen mto grab sb by the throat — jdn bei or an der Kehle or Gurgel packen
to cut sb's throat — jdm die Kehle or Gurgel durchschneiden
to cut one's own throat (fig) — sich (dat)
they've been pouring drink down my throat all evening (inf) — sie haben den ganzen Abend lang Alkohol in mich hineingeschüttet (inf)
* * *throat [θrəʊt]A s1. ANATa) Hals mb) Kehle f, Gurgel f, Rachen m, Schlund m:cut sb’s throat jemandem die Kehle durchschneiden;cut one’s own throat sich ins eigene Fleisch schneiden;he’s got a fish bone stuck in his throat ihm ist eine Gräte im Hals stecken geblieben;that sticks in my throat das ist mir zuwider;the words stuck in my throat die Worte blieben mir im Halse stecken;take sb by the throat jemanden an der Gurgel packen;a) jemandem etwas eintrichtern,2. Hals m (einer Flasche, Vase), TECH Gicht f (eines Hochofens)3. ARCH Hohlkehle f4. SCHIFFa) Kehle f (eines Knieholzes)b) Klauohr n (eines Stagsegels)c) Klau f (einer Gaffel)B adj ANAT, MED Hals…, Rachen…:throat microphone Kehlkopfmikrofon n* * *nounlook down somebody's throat — jemandem in den Hals od. Rachen schauen
a [sore] throat — Halsschmerzen
cut one's own throat — (fig.) sich (Dat.) ins eigene Fleisch schneiden
ram or thrust something down somebody's throat — (fig.) jemandem etwas aufzwingen
be at each other's throats — (fig.) miteinander im Clinch liegen (ugs.)
2) (of bottle, vase) Hals, der* * *n.Gurgel -n f.Hals ¨-e m.Kehle -n f.Rachen - m. -
3 throat
n. keel, hals[ θroot]1 hals♦voorbeelden:take someone by the throat • iemand bij de keel grijpencut one's own throat • zijn eigen glazen ingooiencut one another's throat • elkaar naar het leven staanhis remark sticks in my throat • ik vind zijn opmerking onverteerbaarforce/ram/thrust something down someone's throat • iemand iets opdringen→ sore sore/ -
4 stick in someone's throat
expr infmlIt sticks in his throat to have to take orders from a man who once worked for him — Ему словно нож острый выслушивать приказания от человека, который одно время работал на него
The new dictionary of modern spoken language > stick in someone's throat
-
5 zitten
1 [gezeten zijn] sit2 [zich met een doel ergens bevinden] sit3 [een functie bekleden] be4 [geruime tijd ergens vertoeven; verblijven] be5 [wonen] live6 [zich bevinden in de genoemde toestand] be7 [met betrekking tot een volharden in, gelaten worden op een plaats, in een toestand] 〈 zie voorbeelden〉8 [met betrekking tot zaken, zich bevinden, bevestigd zijn] be9 [met betrekking tot kleding] fit10 [gevuld, bedekt zijn met] be12 [met onbepaalde wijs] [bezig zijn met] be (… -ing), sit (… -ing)♦voorbeelden:1 blijf zitten • stay sitting (down), remain seatedgaan zitten • sit down, take a seat〈 figuurlijk〉 er eens voor gaan zitten • 〈 ter hand nemen〉 get (right) down to something/business; 〈 omstandig gaan vertellen〉 launch into one's storyzit je goed/lekker? • are you comfortable?aan de koffie zitten • be having coffeebij welke groep zit jij? • which group are you in?Jones zit in een vergadering • Jones is at a meeting3 in het bestuur zitten • be/serve on the boardop een kantoor zitten • be/work in an officewaar zit hij toch? • where can he be?nog in de kleine kinderen zitten • still have young children (on one's hands)hij zit in de amusementswereld/olie-industrie • he is in entertainment/oilwij zitten nog midden in de examens • we are still in the middle of the examsmet een gebroken been zitten • have a broken legop zware lasten zitten • have heavy expenseszonder werk/benzine zitten • be out of work/petrol(bijna) zonder geld zitten • have run short of moneyhij zit erover in dat hij zijn auto moet verkopen • he's upset about having to sell his car7 〈 figuurlijk〉 die weduwe bleef met twee kinderen zitten • that widow was left with two children (on her hands)op school blijven zitten • stay down a classer is iets tussen mijn tanden blijven zitten • something has (got) stuck between my teeth〈 figuurlijk〉 hij liet het er niet bij zitten • 〈 niet over zijn kant laten gaan〉 he didn't take it lying down; 〈 erover blijven zeuren〉 he wouldn't leave it alonedaar zitten we dan! • now we're in a messmet een probleem zitten • have a problemhoe zit het (dan) met …? • what about … (then)?het blijft niet zitten • it won't stay putlaat maar zitten • keep the changedat zit • that will holdhoe zit dat in elkaar? • how does it (all) fit together?; 〈 figuurlijk ook〉 how does that work?〈 figuurlijk〉 hem hebben zitten • 〈 uit zijn humeur zijn〉 be in a bad mood; 〈 dronken zijn〉 have had (a drop) too much〈 figuurlijk〉 daar zit het 'm in • that makes all the difference; 〈 daar gaat het juist om〉 that's the whole point〈 figuurlijk〉 er zit iets achter • 〈 ook〉 there's more to it (than meets the eye); 〈 verborgen moeilijkheid〉 there must be a catch to it〈 figuurlijk〉 er zat niets anders op dan toe te geven • there was nothing (else) for it but to give in〈 figuurlijk〉 wat zit er anders op? • what else is there to do?het zit los/scheef • it is loose/crooked〈 figuurlijk〉 alles zit hem mee/tegen • everything is going his way/against himzit het goed vast? • is it well secured?〈 figuurlijk〉 waar zit het hem in? • 〈 wat is de moeilijkheid〉 what's the problem?; 〈 oorzaak〉 what caused/what's causing it?in sla zit vitamine C • lettuce contains vitamin Cer zit onweer in de lucht • a thunderstorm is brewingheb jij geld in zijn zaak zitten? • have you got money in his business?er zit een vlek op je jurk • there is a stain on your dress〈 figuurlijk〉 〈 met een gebaar naar de keel〉 het zit me tot hier • I'm fed up (to the back teeth) with it〈 figuurlijk〉 hoe zit dat? gaan we of blijven we thuis? • what about it now? are we going or are we staying at home?die roman/film zit uitstekend in elkaar • that novel/film is beautifully constructed〈 figuurlijk〉 weet jij, hoe de zaak precies in elkaar zit? • do you know all the ins and outs of the matter?ergens vol mee zitten • be full of somethingonder de modder/luizen/schulden zitten • be covered with mud/lice, be (up to one's ears) in debt12 we zitten te eten • we are having dinner/lunchze zit daar maar te piekeren • she just sits there broodinghij zit te springen om naar huis te gaan • he can't wait to go homein zijn eentje zitten zingen/drinken • sit singing to oneself, be a lone drinkerzitten te zitten • hang/sit aroundhet zit er aan te komen • it's on its wayop tekenles zitten • be taking drawing lessonsop water en brood zitten • be (kept) on bread and waterwegens diefstal zitten • do time for thefthij zit overal aan • he cannot leave anything aloneachter de meisjes aan zitten • chase ((around) after) girlsdaar zit een vrouw achter • there is a woman involvedde zomer zit er weer op • the summer's over againmijn taak zit er weer op • that's my job out of the wayhet zit erop • that's that (done)wie heeft er aan mijn recorder gezeten? • who has been at/ 〈 ernstiger〉tampering with my cassette-player?〈 figuurlijk〉 achter iemand/iets aan zitten • pursue someone/something; 〈 proberen relatie aan te knopen〉 be after someone; 〈 volgen〉 follow someoneer zit een actrice in haar • she has the makings of an actress (in her)ze zit goed in de kleren • she is well off for clothesdeze auto zit al gauw op 120 km • this car does 120 km fairly easily -
6 dat ligt op zijn lever
dat ligt op zijn leverVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat ligt op zijn lever
-
7 dat zit hem hoog
dat zit hem hoogVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat zit hem hoog
-
8 lever
1 liver♦voorbeelden:het aan de lever hebben • have liver trouble〈 figuurlijk〉 fris/vers van de lever • 〈 recht voor zijn raap〉 (straight) from the shoulder; 〈 geïmproviseerd〉 off the cuff -
9 stick
I stik past tense, past participle - stuck; verb1) (to push (something sharp or pointed) into or through something: She stuck a pin through the papers to hold them together; Stop sticking your elbow into me!)2) ((of something pointed) to be pushed into or through something: Two arrows were sticking in his back.)3) (to fasten or be fastened (by glue, gum etc): He licked the flap of the envelope and stuck it down; These labels don't stick very well; He stuck (the broken pieces of) the vase together again; His brothers used to call him Bonzo and the name has stuck.)4) (to (cause to) become fixed and unable to move or progress: The car stuck in the mud; The cupboard door has stuck; I'll help you with your arithmetic if you're stuck.)•- sticker- sticky
- stickily
- stickiness
- sticking-plaster
- stick-in-the-mud
- come to a sticky end
- stick at
- stick by
- stick it out
- stick out
- stick one's neck out
- stick to/with
- stick together
- stick up for
II stik noun1) (a branch or twig from a tree: They were sent to find sticks for firewood.) ramita2) (a long thin piece of wood etc shaped for a special purpose: She always walks with a stick nowadays; a walking-stick / hockey-stick; a drumstick.) bastón3) (a long piece: a stick of rhubarb.) palo, vara•- get hold of the wrong end of the stick- get the wrong end of the stick
stick1 n1. palo2. bastónstick2 vb1. pegar2. clavar3. atascarsetr[stɪk]2 (for walking) bastón nombre masculino5 SMALLSPORT/SMALL (for hockey) palo6 (of celery) rama; (of rhubarb) tallo; (of licorice, rock) barrita, tira; (of dynamite) cartucho; (of wax, of soap) barra7 (of furniture) mueble nombre masculino1 (remote area) lugar m sing apartado\SMALLIDIOMATIC EXPRESSION/SMALLto be in a cleft stick estar en una encrucijadato get hold of the wrong end of the stick coger el rábano por las hojasto give somebody stick (criticize) criticar severamente a alguien 2 (make fun of) burlarse de alguien, cachondearse de alguienstick figure figura de palotesstick insect insecto palo————————tr[stɪk]1 (insert pointed object) clavar, hincar2 familiar poner, meter■ stick my name down apúntame, apunta mi nombre3 (fix) colocar, fijar; (with glue) pegar, fijar1 (penetrate) clavarse■ your elbow's sticking in me! ¡me estás clavando el codo!2 (fix, become attached) pegarse3 (jam - drawer, key in lock) atascarse; (- machine part, lock) atrancarse, encasquillarse; (- vehicle in mud) atascarse, atollarse4 (remain) quedarse5 (in cards) plantarse\SMALLIDIOMATIC EXPRESSION/SMALLto make stick (accusation, charge) probar■ do you think they'll be able to make the murder charge stick? ¿crees que podrán probar que es culpable del asesinato?to get stuck into something meterse de lleno en algoto stick at nothing no pararse en barrasto stick one's neck out jugarse el tipoto stick out a mile / stick out like a sore thumb saltar a la vistato stick to one's guns mantenerse en sus trece1) stab: clavar2) attach: pegar3) put: poner4)to stick out : sacar (la lengua, etc.), extender (la mano)stick vi1) adhere: pegarse, adherirse2) jam: atascarse3)to stick around : quedarse4)to stick out project: sobresalir (de una superficie), asomar (por detrás o debajo de algo)5)to stick to : no abandonarstick to your guns: manténgase firme6)to stick up : estar parado (dícese del pelo, etc.), sobresalir (de una superficie)7)to stick with : serle fiel a (una persona), seguir con (una cosa)I'll stick with what I know: prefiero lo conocidostick n1) branch, twig: ramita f2) : palo m, vara fa walking stick: un bastónn.• bastón s.m.• palo s.m.• porra s.f.• vara s.f.v.(§ p.,p.p.: stuck) = adherir v.• adherirse (Pegarse) v.• agarrarse v.• encolar v.• pegar v.• pegarse (Adherirse) v.• picar v.• sujetar v.stɪk
I
more than you can shake a stick at — (esp AmE colloq)
to be in a cleft stick — estar* metido en un aprieto or un apuro
to get (hold of) the wrong end of the stick — (colloq) entenderlo* todo al revés, tomar el rábano por las hojas
2) ca) ( walking stick) bastón mb) ( drumstick) palillo m, baqueta f (Méx)c) ( hockey stick) palo m3) c (of celery, rhubarb) rama f, penca f; ( of dynamite) cartucho m; (of rock, candy) palo m; ( of sealing wax) barra f4) u (BrE) (criticism, punishment) (colloq)to get/take stick from somebody — recibir/aguantar (los) palos de alguien (fam)
to give somebody/something stick — darle* palos or un palo a alguien/algo (fam)
5) sticks plthe sticks — (colloq)
to live out in the sticks — vivir en la Cochinchina or (Esp tb) en las Batuecas
II
1.
(past & past p stuck) transitive verb1) (attach, glue) pegar*2)a) ( thrust) \<\<needle/knife/sword\>\> clavarb) ( impale)3) (put, place) (colloq) poner*stick it in the oven — ponlo or mételo en el horno
stick your head out of the window — asoma or saca la cabeza por la ventana
stick it there! — (AmE) choca esa mano!, chócala! (fam)
she knows where she can stick her offer! — (colloq) ella sabe muy bien dónde se puede meter esa oferta! (fam)
to stick it to somebody — (AmE colloq) ( castigate) darle* duro or con todo a alguien; ( swindle) aprovecharse de alguien
4) ( tolerate) (esp BrE colloq) aguantar, soportarI don't know how you stick him — no sé cómo lo aguantas or soportas
2.
vi1) ( adhere) \<\<glue\>\> pegar*; \<\<food\>\> pegarse*to stick TO something — pegarse* or (frml) adherirse* a algo
2) ( become jammed) atascarse*to stick in somebody's gullet o throat: what sticks in my gullet o throat is that... — lo que me indigna or (fam) lo que tengo atravesado es que...
3) ( in card games) plantarse; see also stuck•Phrasal Verbs:- stick at- stick by- stick to- stick up
I [stɪk]1. N1) (=length of wood) (trozo m de) madera f; (shaped) palo m, vara f; (as weapon) palo m, porra f; (=walking stick) bastón m; (Aer) (=joystick) palanca f de mando; (Hockey, Ice hockey etc) palo m; (=drumstick) palillo m; (Mus) * (=baton) batuta fto give sb the stick, take the stick to sb — dar palo a algn
- use or wield the big stickcleft 2., end 1., 1)2) [of wax, gum, shaving soap] barra f; [of celery] rama f; [of dynamite] cartucho m; [of bombs] grupo m3) (esp Brit)* (=criticism)to get or take a lot of stick — recibir una buena paliza *, tener que aguantar mucho
4)old stick — (Brit) † * tío * m
he's a funny old stick — es un tío raro or divertido *
5) sticksb) (Horse racing) * (=hurdles) obstáculos mplc)- live in the sticks- up sticks2.CPDstick insect N — insecto m palo
stick shift N — (US) (Aut) palanca f de marchas
II [stɪk] (vb: pt, pp stuck)1. VT1) (with glue etc) pegar, encolar2) (=thrust, poke) meter; (=stab) [+ sth pointed] clavar, hincarnose 1., 1)3) (=pierce) picarto stick sb with a bayonet — herir a algn con bayoneta, clavar la bayoneta a algn
- squeal like a stuck pig4) * (=place, put) poner; (=insert) meter5) (esp Brit) * (=tolerate) aguantar6)to be stuck —
a) (=jammed) estar atascado, estar atorado (esp LAm); (in mud etc) estar atascado; [sth pointed] estar clavadothe mechanism was stuck — el mecanismo estaba atascado or bloqueado
the lift is stuck at the ninth floor — el ascensor se ha quedado parado or colgado or atrancado en el piso nueve
to be stuck fast — (=jammed) estar totalmente atascado or atorado; (in mud etc) estar totalmente atascado; [sth pointed] estar bien clavado
b) (=trapped)c) * (=have a problem) estar en un apuro or aprietoI'm stuck — (in crossword puzzle, guessing game, essay etc) estoy atascado
d)to be stuck with sth/sb * — tener que aguantar algo/a algn
and now we're stuck with it * — y ahora no lo podemos quitar de encima, y ahora no hay manera de deshacernos de eso
e)7)to get stuck —
a)to get stuck fast — (=jammed) atascarse totalmente, atorarse totalmente (esp LAm); (in mud etc) atascarse totalmente; [sth pointed] clavarse bien
b)2. VI1) (=adhere) [glue, sticky object etc] pegarse2) (=get jammed) atascarse, atorarse (esp LAm); (in mud etc) atascarse; [sth pointed] quedar clavado, clavarsethe bidding stuck at £100 — la puja no subió de las 100 libras
the word "thanks" seems to stick in her throat — la palabra "gracias" no le sale de la boca
3) (=extend, protrude)4) (=be embedded)5) (fig) (with prep or adv)•
just stick at it and I'm sure you'll manage it — no te amedrentes y al fin llegarás•
we'll all stick by you — (=support you) te apoyaremos todos; (=stay with you) no te abandonaremos•
to stick close to sb — pegarse a algn, no separarse de algn•
it stuck in my mind — se me quedó grabado•
to stick to one's principles — seguir fiel a sus principios, aferrarse a sus principiosdecide what you're going to do, then stick to it — ¡decídete y no te dejes desviar!
let's stick to the matter in hand — ciñámonos al asunto, no perdamos de vista el tema principal
if I stick to a saltless diet, I'm fine — mientras siga una dieta sin sal voy bien
•
stick with us and you'll be all right — quédate con nosotros y todo saldrá bien- stick to sb like a limpet or leechgun 1., 1)6) (=balk)he wouldn't stick at murder — hasta cometería un asesinato, no se arredraría ante el homicidio
7) (Cards)I stick, I'm sticking — me planto
- stick in- stick on- stick to- stick up* * *[stɪk]
I
more than you can shake a stick at — (esp AmE colloq)
to be in a cleft stick — estar* metido en un aprieto or un apuro
to get (hold of) the wrong end of the stick — (colloq) entenderlo* todo al revés, tomar el rábano por las hojas
2) ca) ( walking stick) bastón mb) ( drumstick) palillo m, baqueta f (Méx)c) ( hockey stick) palo m3) c (of celery, rhubarb) rama f, penca f; ( of dynamite) cartucho m; (of rock, candy) palo m; ( of sealing wax) barra f4) u (BrE) (criticism, punishment) (colloq)to get/take stick from somebody — recibir/aguantar (los) palos de alguien (fam)
to give somebody/something stick — darle* palos or un palo a alguien/algo (fam)
5) sticks plthe sticks — (colloq)
to live out in the sticks — vivir en la Cochinchina or (Esp tb) en las Batuecas
II
1.
(past & past p stuck) transitive verb1) (attach, glue) pegar*2)a) ( thrust) \<\<needle/knife/sword\>\> clavarb) ( impale)3) (put, place) (colloq) poner*stick it in the oven — ponlo or mételo en el horno
stick your head out of the window — asoma or saca la cabeza por la ventana
stick it there! — (AmE) choca esa mano!, chócala! (fam)
she knows where she can stick her offer! — (colloq) ella sabe muy bien dónde se puede meter esa oferta! (fam)
to stick it to somebody — (AmE colloq) ( castigate) darle* duro or con todo a alguien; ( swindle) aprovecharse de alguien
4) ( tolerate) (esp BrE colloq) aguantar, soportarI don't know how you stick him — no sé cómo lo aguantas or soportas
2.
vi1) ( adhere) \<\<glue\>\> pegar*; \<\<food\>\> pegarse*to stick TO something — pegarse* or (frml) adherirse* a algo
2) ( become jammed) atascarse*to stick in somebody's gullet o throat: what sticks in my gullet o throat is that... — lo que me indigna or (fam) lo que tengo atravesado es que...
3) ( in card games) plantarse; see also stuck•Phrasal Verbs:- stick at- stick by- stick to- stick up -
10 stick
1. transitive verb,1) (thrust point of) steckenstick something in[to] something — mit etwas in etwas (Akk.) stechen
get stuck into somebody/something/a meal — (coll.): (begin action) jemandem eine Abreibung verpassen/sich in etwas (Akk.) reinknien/tüchtig reinhauen (salopp)
2) (impale) spießenstick something [up]on something — etwas auf etwas (Akk.) [auf]spießen
3) (coll.): (put) steckenhe stuck a feather in his hat — er steckte sich (Dat.) eine Feder an den Hut
stick a picture on the wall/a vase on the shelf — ein Bild an die Wand hängen/eine Vase aufs Regal stellen
stick one on somebody — (sl.): (hit) jemandem eine langen (ugs.)
you know where you can stick that!, [you can] stick it! — (sl.) das kannst du dir sonstwohin stecken!
4) (with glue etc.) kleben5) (make immobile)the car is stuck in the mud — das Auto ist im Schlamm steckengeblieben
the door is stuck — die Tür klemmt [fest]
6) (puzzle)be stuck for an answer/for ideas — um eine Antwort/um Ideen verlegen sein
Can you help me with this problem? I'm stuck — Kannst du mir bei diesem Problem helfen? Ich komme nicht weiter
7) (cover)stick something with pins/needles — Stecknadeln/Nadeln in etwas (Akk.) stecken
8) (Brit. coll.): (tolerate)she can't stick him — sie kann ihn nicht riechen (salopp)
9) (coll.)be stuck with something — (have to accept) sich mit etwas herumschlagen müssen (ugs.)
2. intransitive verb,be stuck with somebody — jemanden am od. auf dem Hals haben (ugs.)
1) (be fixed by point) stecken2) (adhere) klebenstick to something — an etwas (Dat.) kleben
stick in the/somebody's mind — (fig.) im/jemandem im Gedächtnis haftenbleiben
3) (become immobile) [Auto, Räder:] stecken bleiben; [Schublade, Tür, Griff, Bremse:] klemmen; [Schlüssel:] feststeckenstick fast — [Auto, Rad:] feststecken; [Reißverschluss, Tür, Schublade:] festklemmen
4) (protrude)3. nouna letter stuck from his pocket — ein Brief schaute ihm aus der Tasche
1) ([cut] shoot of tree, piece of wood; also for punishment) Stock, der; (staff) [Holz]stab, der; (walking-stick) Spazierstock, der; (for handicapped person) Krückstock, der3) (long piece)a stick of chalk/shavingsoap — ein Stück Kreide/Rasierseife
a stick of rock/celery/rhubarb — eine Zuckerstange/eine Stange Sellerie/Rhabarber
get or take [some] stick — viel einstecken müssen
give somebody [some] stick — jemanden zusammenstauchen (ugs.)
Phrasal Verbs:- academic.ru/70725/stick_about">stick about- stick at- stick by- stick in- stick on- stick to- stick up* * *I [stik] past tense, past participle - stuck; verb1) (to push (something sharp or pointed) into or through something: She stuck a pin through the papers to hold them together; Stop sticking your elbow into me!) stechen, stoßen2) ((of something pointed) to be pushed into or through something: Two arrows were sticking in his back.) stecken3) (to fasten or be fastened (by glue, gum etc): He licked the flap of the envelope and stuck it down; These labels don't stick very well; He stuck (the broken pieces of) the vase together again; His brothers used to call him Bonzo and the name has stuck.) kleben (bleiben)4) (to (cause to) become fixed and unable to move or progress: The car stuck in the mud; The cupboard door has stuck; I'll help you with your arithmetic if you're stuck.) steckenbleiben•- sticker- sticky
- stickily
- stickiness
- sticking-plaster
- stick-in-the-mud
- come to a sticky end
- stick at
- stick by
- stick it out
- stick out
- stick one's neck out
- stick to/with
- stick together
- stick up for II [stik] noun1) (a branch or twig from a tree: They were sent to find sticks for firewood.) der Zweig2) (a long thin piece of wood etc shaped for a special purpose: She always walks with a stick nowadays; a walking-stick / hockey-stick; a drumstick.) der Stock3) (a long piece: a stick of rhubarb.) der Stengel•- get hold of the wrong end of the stick- get the wrong end of the stick* * *stick1[stɪk]nto gather \sticks Brennholz [o Reisig] sammelnto throw \sticks and stones at sb mit Stöcken und Steinen nach jdm werfento get the \stick den Stock bekommento give sb the \stick, to take a \stick to sb jdm eine Tracht Prügel verpassen4. (severe criticism)to give sb \stick jdn heruntermachen [o herunterputzen] famto get [or take] [or come in for some] \stick herbe Kritik einstecken müssen, den Marsch geblasen bekommen fam; (come under fire) unter Beschuss geraten5. (a piece of sth)a \stick of cinnamon eine Stange Zimta \stick of celery/rhubarb eine Stange Sellerie/Rhabarbercelery \sticks Selleriestangen pla \stick of chewing gum ein Stück Kaugummia \stick of chalk ein Stück Kreidea \stick of dynamite eine Stange Dynamitcocktail \stick Cocktailspieß mlollipop \stick Stiel m eines Lutscherswalking \stick Spazierstock mwhite \stick Blindenstock m8. AUTO, MECH Hebel mgear \stick Hebel m der Gang[schaltung]a few \sticks [of furniture] ein paar [Möbel]stücketo not have a \stick of furniture kein einziges Möbelstück besitzenan old \stick ein alter Knacker pej slhe's a good old \stick ( dated) er ist ein netter alter Kerlin the [middle of the] \sticks [dort,] wo sich Fuchs und Hase gute Nacht sagenout in the \sticks [ganz] weit draußen12.▶ to get the shit-end of the \stick AM (fam!) immer [nur] den schlechten Rest abbekommen▶ to have been hit with the ugly \stick AM (sl) grundhässlich sein, ein hässliches Entlein sein▶ not enough... to shake a \stick at nur ganz wenig...there are just a few flakes, not enough snow to shake a \stick at bei den paar Flocken kann man wohl kaum von Schnee sprechen▶ \sticks and stones may break my bones, but words can never hurt me ( prov) also, damit kannst du mich wirklich nicht treffenstick2<stuck, stuck>[stɪk]I. vithis glue won't \stick dieser Klebstoff hält nichtthe flap of this envelope won't \stick dieser Umschlag geht immer wieder aufcareful that the sauce doesn't \stick to the pan pass auf, dass die Soße nicht anbrenntto \stick with the group bei der Gruppe bleiben▪ to \stick with sb thought, idea, memory jdm nicht mehr aus dem Kopf [o Sinn] gehen3. (be unable to move) feststecken, festhängen; car stecken bleiben, feststecken, festsitzen; (be unmovable) festsitzen; door, window klemmen; gear klemmenhelp me up — I'm stuck hilf mir mal — ich stecke fest!there's a bone stuck in my throat mir ist eine Gräte im Hals stecken gebliebenhe tried to speak but his voice stuck in his throat er versuchte zu sprechen, aber die Worte blieben ihm im Halse steckencan you help me with my maths — I'm stuck kannst du mir mal bei Mathe helfen — ich komme alleine nicht mehr weiterI am stuck here all day with three screaming kids ich bin hier den ganzen Tag mit drei kreischenden Kindern eingesperrtdo you want to play or are you \sticking? willst du spielen oder kannst du nicht mehr herausgeben?5. (endure) hängenbleibenher little sister called her Lali, and somehow the name stuck ihre kleine Schwester nannte sie Lali, und irgendwie blieb es dann bei diesem Namenthey'll never make these accusations \stick das werden sie nie beweisen könnento \stick in sb's memory [or mind] jdm in Erinnerung bleiben6. (persevere)to \stick to an idea an einer Idee festhalten7. (keep within limits)to \stick to one's budget sich akk an sein Budget haltento \stick to a diet eine Diät einhalten8. (not give up)I think I'll \stick with my usual brand ich denke, ich werde bei meiner [üblichen] Marke bleibenhe has managed to \stick with the task es ist ihm gelungen, die Sache durchzuziehento \stick with traditions an Traditionen festhalten9. (continue to support, comply with)▪ to \stick by sb/sth zu jdm/etw haltenI \stick by what I said ich stehe zu meinem Wortwe must \stick by our policy wir dürfen unsere Taktik jetzt nicht ändernto \stick by the rules sich akk an die Regeln haltento \stick by sb through thick and thin mit jdm durch dick und dünn gehenhe should \stick to what he's good at er sollte bei dem bleiben, was er kannto \stick to the point beim Thema bleibento \stick to sb jdm treu bleiben10. (stop)▪ to be stuck for sth etw brauchenI'm stuck for an idea mir fällt gerade nichts einI'm stuck for money at the moment im Moment bin ich ein bisschen knapp bei Kasse famhe was stuck for words er suchte [vergeblich] nach Worten12.I'm \sticking to my guns ich stehe zu dem, was ich gesagt habe▶ everybody knows that money \sticks to his fingers jeder weiß, dass er gerne Geld mitgehen lässt▶ to \stick to one's last bei dem bleiben, was man wirklich kann▶ mud \sticks irgendwie bleibt doch immer etwas hängen▶ to \stick in sb's throat [or BRIT also gizzard] [or BRIT also craw] jdn wurmen fam, jdm gegen den Strich gehen famII. vt1. (affix)▪ to \stick sth etw klebenI forgot to \stick on a stamp ich habe vergessen, eine Briefmarke darauf zu klebento \stick sth into place/position etw an die richtige Stelle kleben▪ to \stick sth/sb etw/jdn ertragen [o aushalten]I can't \stick her ich kann sie nicht ausstehen▪ to \stick sth somewhere:\stick your things wherever you like stellen Sie Ihre Sachen irgendwo abshe stuck her fingers in her ears sie steckte sich die Finger in die Ohrenvery young children often \stick things up their noses Kleinkinder stecken sich oft irgendetwas in die Naseto \stick sth into a bag etw in eine Tasche packento \stick one's head around the door seinen Kopf durch die Tür steckenthe sellers stuck another £5,000 on the price die Verkäufer verlangten noch einmal 5.000 Pfund mehrI'll pay for lunch — I can \stick it on my expenses ich zahle das Mittagessen — ich kann es absetzen4. (pierce)5. (like very much)the boss is stuck \stick on his plan to reorganize the office der Chef will um jeden Preis das Büro umstrukturieren6. passive▪ to be stuck with sth (unable to get rid of) etw [ungern] tun müssen fam; (given an unpleasant task) etw aufgehalst bekommen fam7. LAWto \stick an accusation/a charge on sb jdm etw zur Last legen8.▶ to \stick one's nose into sb's business seine Nase in jds Angelegenheiten stecken* * *I [stɪk]1. n1) Stock m; (= twig) Zweig m; (= conductor's baton) Taktstock m; (= hockey stick) Schläger m; (= drumstick) Schlegel mhe might try to use the vote as a stick to beat striking coal miners with — vielleicht versucht er, die Abstimmung als Peitsche gegen die streikenden Bergarbeiter einzusetzen
to give sb the stick, to take the stick to sb — jdm eine Tracht Prügel geben
to take ( a lot of) stick ( Brit inf ) — viel einstecken (müssen)
See:→ carrot2) (of sealing wax, celery, rhubarb, dynamite) Stange f; (of chalk, shaving soap) Stück nt; (AVIAT = joystick) Steuerknüppel m; (of bombs) Bombenladung f für Reihenabwurf; (TYP) Winkelhaken ma deodorant stick, a stick of deodorant — ein Deostift m
he's/she's a funny old stick —
he's/she's such a dry old stick — er/sie ist ein solcher Stockfisch
4)the sticks ( Horse Racing inf ) — die Hürden pl
2. vtplants stützen II pret, ptp stuck1. vt1) (with glue etc) klebento stick a stamp on sth — eine Briefmarke auf etw (acc) kleben
please stick the posters to the walls with pins — bitte die Poster mit Stecknadeln an den Wänden befestigen
2) (= pin) stecken3) (= jab) knife, sword etc stoßenhe stuck a pin into his finger (accidentally) — er hat sich (dat) mit einer Nadel in den Finger gestochen
See:→ also stick instick it on the shelf — tus ins or aufs Regal
he stuck his head round the corner —
to stick one's hat on he stuck a drink in my hand and a record on the turntable — sich (dat) den Hut aufsetzen er drückte mir ein Glas in die Hand und legte eine Platte auf
you know where you can stick that (inf) — du kannst mich am Arsch lecken! (vulg)
I'll tell him where he can stick his job! (inf) — den Job kann er sich (dat) sonst wohin stecken (inf)
6) (= decorate with pearls) besetzenI can't stick him/that — ich kann ihn/das nicht ausstehen (inf)
2. vi1) (glue, burr etc) kleben (to an +dat)the name seems to have stuck — der Name scheint ihm/ihr geblieben zu sein
2) (= become caught, wedged etc) stecken bleiben; (drawer, window) klemmenthe word "please" seems to stick in her throat — sie scheint das Wort "bitte" nicht über die Lippen bringen zu können
See:→ stuck3) (sth pointed) stecken (in in +dat)5)(= project)
his toes are sticking through his socks — seine Zehen kommen durch die Sockena narrow finger of land sticking into German territory — ein schmaler Landstreifen, der in deutsches Gebiet hineinragt
to make sth stick in one's mind — sich (dat) etw einprägen
a teacher must be able to make things stick — der Lehrer muss den Stoff so bringen, dass er haften bleibt
* * *stick1 [stık]A sb) pl Klein-, Brennholz n:(dry) sticks (dürres) Reisig2. Scheit n, Stück n Holz3. Gerte f, Rute f4. Stängel m, Stiel m (Rhabarber, Sellerie)5. Stock m, Prügel m:he wants the stick fig er verdient eine Tracht Prügel;get (the) stick Br umg zusammengestaucht werden;give sb (the) stick Br umg jemanden zusammenstauchen;a) er hat es oder die Sache falsch verstanden,not a stick of furniture kein einziges Möbelstück;the stick and the carrot fig Zuckerbrot und Peitsche;6. MUSa) Taktstock m8. (Besen- etc) Stiel m9. a) (Zucker-, Siegellack) Stange fb)(Stück n) Rasierseife fc) (Lippen- etc) Stift m11. Amtsstab m12. SPORTa) Hockey etc: Stock m:sticks! hoher Stock!13. a) FLUG Steuerknüppel mb) AUTO Schalthebel m, -knüppel m14. TYPO Winkelhaken m15. FLUG, MILstick bombing Reihenwurf mb) Gruppe f (abspringender) Fallschirmjäger16. pl umg finsterste Provinz:17. umga) Stockfisch m, Langweiler(in)b) allg Kerl m:a queer old stick ein komischer Kauz18. US Schuss m (Alkohol)19. sl Joint m (Marihuanazigarette)B v/t1. eine Pflanze mit einem Stock stützena) setzenb) in einem Winkelhaken aneinanderreihenstick2 [stık]A s1. besonders US Stich m, Stoß m2. obsa) Stillstand mb) Hindernis n3. a) Haftvermögen nb) umg klebrige SubstanzB v/t prät und pperf stuck [stʌk]1. durchstechen, -bohren:stick one’s finger with a needle sich mit einer Nadel in den Finger stechen2. erstechen, ein Schwein etc (ab)stecheninto in akk)6. spicken ( with mit):7. stecken, aufspießen ( beide:on auf akk)9. stecken, heften ( beide:to an akk)10. eine Briefmarke etc kleben (on auf akk):stick together zusammenkleben ( → C 5)12. bekleben ( with mit)13. zum Stecken bringen, festfahren:be stuck festsitzen, nicht mehr weiterkönnen (beide a. fig);be stuck in a traffic jam in einem Stau stecken;be stuck for sth um etwas verlegen sein;I’m stuck for ideas mir fällt nichts (mehr) ein;I’m stuck for the right word mir fällt das richtige Wort nicht ein;be stuck with umg jemanden, etwas am Hals haben;get stuck in(to) umga) sich in eine Arbeit hineinknien,with mit)15. besonders Br umg jemanden, etwas ausstehen:I can’t stick being kept waiting ich kann es nicht ausstehen, wenn man mich warten lässtC v/i1. stecken (in in dat)2. (fest)kleben, haften ( beide:to an dat):it does not stick es klebt oder hält nicht;stick together zusammenkleben4. haften (bleiben), hängen bleiben (auch fig):some of it will stick etwas (von einer Verleumdung) bleibt immer hängen;stick in the mind im Gedächtnis haften bleiben;that name stuck to him dieser Name blieb an ihm hängen5. stick toa) sich an eine Regel etc halten,b) bei einem Getränk etc bleiben;stick to, umg stick by bei seiner Ansicht, der Wahrheit etc bleiben, seinen Grundsätzen etc treu bleiben, zu seinem Wort etc stehen;stick to the point bei der Sache oder sachlich bleiben;eat sth that sticks to the ribs etwas Kräftiges essen;6. stecken bleiben:stick in sb’s throata) jemandem im Hals stecken bleiben (a. fig Worte etc),7. a) umg verwirrt seinb) sich stoßen (at an dat)c) zurückschrecken (at vor dat):stick at nothing vor nichts zurückschrecken8. hervorstehen (from, out of aus), stehen (up in die Höhe)* * *1. transitive verb,1) (thrust point of) steckenstick something in[to] something — mit etwas in etwas (Akk.) stechen
get stuck into somebody/something/a meal — (coll.): (begin action) jemandem eine Abreibung verpassen/sich in etwas (Akk.) reinknien/tüchtig reinhauen (salopp)
2) (impale) spießenstick something [up]on something — etwas auf etwas (Akk.) [auf]spießen
3) (coll.): (put) steckenhe stuck a feather in his hat — er steckte sich (Dat.) eine Feder an den Hut
stick a picture on the wall/a vase on the shelf — ein Bild an die Wand hängen/eine Vase aufs Regal stellen
stick one on somebody — (sl.): (hit) jemandem eine langen (ugs.)
you know where you can stick that!, [you can] stick it! — (sl.) das kannst du dir sonstwohin stecken!
4) (with glue etc.) klebenthe door is stuck — die Tür klemmt [fest]
6) (puzzle)be stuck for an answer/for ideas — um eine Antwort/um Ideen verlegen sein
Can you help me with this problem? I'm stuck — Kannst du mir bei diesem Problem helfen? Ich komme nicht weiter
7) (cover)stick something with pins/needles — Stecknadeln/Nadeln in etwas (Akk.) stecken
8) (Brit. coll.): (tolerate)she can't stick him — sie kann ihn nicht riechen (salopp)
9) (coll.)be stuck with something — (have to accept) sich mit etwas herumschlagen müssen (ugs.)
2. intransitive verb,be stuck with somebody — jemanden am od. auf dem Hals haben (ugs.)
1) (be fixed by point) stecken2) (adhere) klebenstick to something — an etwas (Dat.) kleben
stick in the/somebody's mind — (fig.) im/jemandem im Gedächtnis haftenbleiben
3) (become immobile) [Auto, Räder:] stecken bleiben; [Schublade, Tür, Griff, Bremse:] klemmen; [Schlüssel:] feststeckenstick fast — [Auto, Rad:] feststecken; [Reißverschluss, Tür, Schublade:] festklemmen
4) (protrude)3. noun1) ([cut] shoot of tree, piece of wood; also for punishment) Stock, der; (staff) [Holz]stab, der; (walking-stick) Spazierstock, der; (for handicapped person) Krückstock, der2) (Hockey etc.) Schläger, der3) (long piece)a stick of chalk/shavingsoap — ein Stück Kreide/Rasierseife
a stick of rock/celery/rhubarb — eine Zuckerstange/eine Stange Sellerie/Rhabarber
get or take [some] stick — viel einstecken müssen
give somebody [some] stick — jemanden zusammenstauchen (ugs.)
Phrasal Verbs:- stick at- stick by- stick in- stick on- stick to- stick up* * *n.Stock ¨-e m. v.(§ p.,p.p.: stuck)= anhängen v.befestigen v.legen v.setzen v.stechen v.(§ p.,pp.: stach, gestochen)stecken v.(§ p.,pp.: stak, gesteckt)stellen v. -
11 stick
stick [stɪk]bâton ⇒ 1 (a)-(c) canne ⇒ 1 (a) baguette ⇒ 1 (a) morceau ⇒ 1 (b) crosse ⇒ 1 (c) critiques ⇒ 1 (e) planter ⇒ 2 (a) enfoncer ⇒ 2 (a) mettre ⇒ 2 (b) fixer ⇒ 2 (c) coller ⇒ 2 (d), 3 (b) supporter ⇒ 2 (f) se planter ⇒ 3 (a) se coincer ⇒ 3 (c) rester ⇒ 3 (d)(pt & pp stuck [stʌk])1 noun(a) (piece of wood) bâton m; (for kindling) bout m de bois; (twig) petite branche f, brindille f; (walking stick) canne f, bâton m; (for plants) rame f, tuteur m; (drumstick) baguette f; (for lollipop) bâton m;∎ gather some sticks, we'll make a fire ramassez du bois, on fera du feu;∎ she had legs like sticks elle avait des jambes comme des allumettes;∎ I'm going to take a stick to that boy one day! un jour je vais donner une bonne correction à ce garçon!;∎ figurative the threat of redundancy has become a stick with which industry beats the unions pour le patronat, la menace du licenciement est devenue une arme contre les syndicats;∎ his behaviour became a stick to beat him with son comportement s'est retourné contre lui;∎ to get (hold of) the wrong end of the stick mal comprendre, comprendre de travers;∎ you've got (hold of) the wrong end of the stick about this business vous avez tout compris de travers dans cette histoire;∎ to get the short or dirty end of the stick être mal loti;∎ she got the short or dirty end of the stick as usual c'est tombé sur elle comme d'habitude;∎ proverb sticks and stones may break my bones (but words will never hurt me) la bave du crapaud n'atteint pas la blanche colombe(b) (piece → of chalk) bâton m, morceau m; (→ of cinnamon, incense, liquorice, dynamite) bâton m; (→ of charcoal) morceau m; (→ of chewing gum) tablette f; (→ of glue, deodorant) bâton m, stick m; (→ of celery) branche f; (→ of rhubarb) tige f(c) Sport (in lacrosse) crosse f; (in hockey) crosse f, stick m; (ski pole) bâton m (de ski); (baseball bat) batte f; (billiard cue) queue f de billard; (in pick-up-sticks) bâton m, bâtonnet m, jonchet m∎ a few sticks (of furniture) quelques vagues meubles;∎ we don't have one stick of decent furniture nous n'avons pas un seul meuble convenable∎ to take a lot of stick (to be criticized) se faire éreinter ou démolir; (to be mocked) se faire chambrer ou charrier;∎ to give sb stick (for sth) (criticize) éreinter ou démolir qn (à cause de qch); (laugh at) chambrer ou charrier qn (à cause de qch);∎ the police got a lot of stick from the press la police s'est fait éreinter ou démolir par la presse;∎ he got a lot of stick from his friends about his new hairstyle ses amis l'ont bien chambré ou charrié avec sa nouvelle coupe∎ a dry old stick un pince-sans-rire;∎ she's a funny old stick c'est un drôle de personnage;∎ she's not a bad old stick, she's a nice old stick elle est plutôt sympa∎ to be up the stick (pregnant) être en cloque(a) (jab, stab → spear, nail, knife) planter, enfoncer; (→ needle) piquer, planter; (→ pole, shovel) planter; (→ elbow, gun) enfoncer;∎ he stuck his fork into a potato il a planté sa fourchette dans une pomme de terre;∎ she stuck the spade into the ground elle a planté la bêche dans le sol;∎ don't stick drawing pins in the wall ne plantez pas de punaises dans le mur;∎ there were maps with coloured pins stuck in them il y avait des cartes avec des épingles de couleur;∎ I've got a splinter stuck in my finger je me suis planté une écharde dans le doigt;∎ a ham stuck with cloves un jambon piqué de clous de girofle;∎ watch out! you almost stuck your umbrella in my eye! fais attention! tu as failli m'enfoncer ton parapluie dans l'œil!;∎ he stuck his elbow in my ribs il m'a enfoncé son coude dans les côtes;∎ she stuck the revolver in his back elle lui a enfoncé le revolver dans le dos;∎ stick the skewer through the chicken enfilez le poulet sur la broche, embrochez le poulet∎ stick the candles in the holders mettez les bougies dans les bougeoirs;∎ he stuck a rose in his lapel il s'est mis une rose à la boutonnière;∎ she stuck the cork in the bottle elle a enfoncé le bouchon dans le goulot de la bouteille;∎ to stick a flower in one's hair piquer une fleur dans ses cheveux;∎ here, stick this under the chair leg tenez, calez la chaise avec ça;∎ he stuck his foot in the door il glissa son pied dans l'entrebâillement de la porte;∎ he stood there with a cigar stuck in his mouth/with his hands stuck in his pockets il était planté là, un cigare entre les dents/les mains enfoncées dans les poches;∎ he stuck the card back in the pack il a remis la carte dans le jeu;∎ she stuck her head into the office/out of the window elle a passé la tête dans le bureau/par la fenêtre;∎ I had to stick my fingers down my throat il a fallu que je me mette les doigts dans la bouche;∎ familiar mix it all together and stick it in the oven mélange bien et mets-le au four□ ;∎ familiar stick it in your pocket colle ça dans ta poche;∎ familiar can you stick my name on the list? tu peux ajouter mon nom sur la liste?□ ;∎ familiar he pulled out his gun and stuck it in my face il a sorti son revolver et me l'a collé sous le nez;∎ very familiar you can stick your job/money! ton boulot/fric, tu peux te le mettre où je pense!;∎ very familiar stick it! va te faire voir!∎ she stuck the broom head on the handle elle a fixé la brosse à balai au manche;∎ it was stuck on the notice-board with tacks c'était punaisé au tableau d'affichage(d) (with adhesive) coller;∎ to stick a stamp on an envelope coller un timbre sur une enveloppe;∎ help me stick this vase together aide-moi à recoller le vase;∎ he had posters stuck to the walls with Sellotape il avait scotché des posters aux murs;∎ stick no bills (sign) défense d'afficher(e) (kill → pig) égorger∎ I can't stick him je peux pas l'encadrer;∎ I don't know how you've stuck it for so long je ne sais pas comment tu as fait pour supporter ça si longtemps;∎ what I can't stick is her telling me how to run my life ce que je ne peux pas encaisser c'est qu'elle me dise comment je dois mener ma vie;∎ I'm amazed she stuck a term, let alone three years je suis étonné qu'elle ait tenu (le coup) un trimestre, et à plus forte raison trois ans∎ to stick sb with a fine/the blame coller une amende/faire endosser la responsabilité□ à qn(a) (be embedded → arrow, dart, spear) se planter;∎ you'll find some tacks already sticking in the notice-board vous trouverez quelques punaises déjà plantées dans le tableau d'affichage;∎ the point was sticking through the lining la pointe avait percé la doublure;∎ don't leave the spade sticking in the ground ne laisse pas la pelle plantée dans le sol;∎ they had straw sticking in their hair ils avaient des brins de paille dans les cheveux(b) (attach, adhere → wet clothes, bandage, chewing gum) coller; (→ gummed label, stamp) tenir, coller; (→ burr) s'accrocher;∎ the dough stuck to my fingers la pâte collait à mes doigts;∎ the damp has made the stamps stick together l'humidité a collé les timbres les uns aux autres;∎ the dust will stick to the wet varnish la poussière va coller sur le vernis frais;∎ her shirt stuck to her back elle avait la chemise collée au dos;∎ a butterfly had stuck to the flypaper un papillon était venu se coller au papier tue-mouches;∎ these badges stick to any surface ces autocollants adhèrent sur toutes les surfaces;∎ food won't stick to these pans ces casseroles n'attachent pas;∎ the noodles had got all stuck together les nouilles avaient collé ou étaient toutes collées;∎ British familiar have some porridge! that'll stick to your ribs! prends du porridge, ça tient au corps!(c) (become jammed, wedged → mechanism, drawer, key) se coincer, se bloquer;∎ the lorry stuck fast in the mud le camion s'est complètement enlisé dans la boue;∎ this drawer keeps sticking ce tiroir n'arrête pas de se coincer ou de se bloquer;∎ a fishbone stuck in my throat j'avais une arête (de poisson) coincée dans la gorge;∎ figurative it stuck in my throat ça m'est resté en travers de la gorge;∎ having to ask him for a loan really sticks in my throat ça me coûte vraiment d'avoir à lui demander de me prêter de l'argent;∎ the words stuck in his throat les mots lui restèrent dans la gorge(d) (remain, keep) rester;∎ they called him Boney as a child and the name stuck quand il était petit, on le surnommait Boney et le nom lui est resté;∎ she has the kind of face that sticks in your memory elle a un visage qu'on n'oublie pas ou dont on se souvient;∎ dates just never stick in my head je n'ai vraiment pas la mémoire des dates∎ we know he's guilty, but will the charge stick? nous savons qu'il est coupable, mais est-ce qu'un tribunal le condamnera□ ?;∎ to make the charge or charges stick prouver la culpabilité de qn□ ;∎ the important thing now is to make the agreement stick ce qui compte maintenant, c'est de faire respecter l'accord□∎ (I) stick j'arrête, je ne veux pas d'autre carte;∎ the dealer must stick on or with seventeen le donneur doit s'arrêter à dix-sept∎ familiar the sticks la cambrousse;∎ they live out in the sticks ils habitent en pleine cambrousse►► stick bean haricot m à rames;stick deodorant déodorant m en stick;stick figure personnage m stylisé;stick insect phasme m;∎ I don't know how to drive a stick shift je ne sais pas conduire une voiture à vitesses manuelles∎ stick around if you want, she'll be back in a little while tu peux rester si tu veux, elle ne va pas tarder à rentrer;∎ I'm not sticking around a moment longer! je n'attendrai pas une minute de plus!∎ to stick at it perséverer∎ to stick at nothing ne reculer ou n'hésiter devant rien;∎ she'll stick at nothing to get her way elle ne reculera devant rien pour parvenir à ses fins∎ don't worry, I'll always stick by you sois tranquille, je serai toujours là pour te soutenir(b) (one's decision) s'en tenir à;∎ I stick by what I said je maintiens ce que j'ai dit(a) (flap, envelope) coller∎ stick the box down in the corner colle le carton dans le coin;∎ he stuck the plate down in front of me il a collé l'assiette devant moi(flap, envelope) (se) coller➲ stick in(a) (nail, knife, spear) planter, enfoncer; (needle) piquer, enfoncer; (pole, shovel) enfoncer, planter;∎ he stuck the knife all the way in il a enfoncé le couteau jusqu'au bout ou jusqu'à la garde;∎ she stuck the knife in again and again elle donna plusieurs coups de couteau(b) (insert → coin, bank card) insérer; (→ electric plug) brancher; (→ cork, sink plug) enfoncer; (→ word, sentence) ajouter;∎ it's simple, just stick the key in and turn c'est très simple, il suffit d'insérer la clé et de tourner;∎ I stuck my hand in to test the water temperature j'ai plongé la main pour vérifier la température de l'eau;∎ he stuck his head in through the door il passa la tête par la porte;∎ she's stuck in a lot of footnotes to give weight to her thesis elle a ajouté un tas de notes pour donner du poids à sa thèse∎ there's not enough space to stick in all these stamps/photos il ne reste pas assez de place pour coller tous ces timbres/toutes ces photos(a) (dart, arrow, spear) se planter;∎ if the javelin doesn't stick in the throw doesn't count si le javelot ne se plante pas, le jet ne compte pas;∎ the last dart failed to stick in la dernière fléchette n'est pas restée plantée∎ stick in there! tenez bon!➲ stick on(a) (fasten on → gummed badge, label, stamp) coller; (→ china handle) recoller; (→ broom head) fixer∎ he hurriedly stuck a hat on il s'est collé en vitesse un chapeau sur la têtecoller, se coller;∎ the stamp won't stick on le timbre ne colle pas;∎ the patch sticks on when ironed la pièce se colle au tissu quand on la repasse∎ to stick one's tongue out (at sb) tirer la langue (à qn);∎ he stuck his foot out to trip me up il a allongé la jambe pour me faire un croche-pied;∎ I opened the window and stuck my head out j'ai ouvert la fenêtre et j'ai passé la tête au dehors;∎ to stick one's chest out bomber le torse;∎ to stick out one's lower lip faire la moue∎ to stick it out tenir le coup jusqu'au bout(a) (protrude → nail, splinter) sortir; (→ teeth) avancer; (→ plant, shoot) pointer; (→ ledge, balcony) être en saillie;∎ his belly stuck out over his belt son ventre débordait au-dessus de sa ceinture;∎ her ears stick out elle a les oreilles décollées;∎ her teeth stick out elle a les dents qui avancent;∎ my feet stuck out over the end of the bed mes pieds dépassaient du lit;∎ the front of the car stuck out of the garage l'avant de la voiture dépassait du garage;∎ his ticket was sticking out of his pocket son billet sortait ou dépassait de sa poche;∎ one leg was sticking out of the sheets une jambe dépassait de sous les draps;∎ only her head was sticking out of the water seule sa tête sortait ou émergeait de l'eau(b) (be noticeable → colour) ressortir;∎ the red Mercedes really sticks out on ne voit que la Mercedes rouge;∎ I don't like to stick out in a crowd je n'aime pas me singulariser ou me faire remarquer;∎ it's her accent that makes her stick out c'est à cause de son accent qu'on la remarque;∎ it sticks out a mile c'est clair comme le jours'obstiner à vouloir, exiger;∎ the union is sticking out for a five per cent rise le syndicat continue à revendiquer une augmentation de cinq pour cent;∎ after sticking out for higher quotas, they had to settle for last year's levels après s'être battus pour obtenir une augmentation des quotas, ils ont dû se contenter de ceux de l'année dernière∎ I can never stick to diets je n'arrive jamais à suivre un régime longtemps;∎ we must stick to our plan nous devons continuer à suivre notre plan;∎ once I make a decision I stick to it une fois que j'ai pris une décision, je m'y tiens ou je n'en démords pas;∎ to stick to one's word or promises tenir (sa) parole;∎ to stick to one's principles rester fidèle à ses principes;∎ stick as close to the truth as possible restez aussi près que possible de la vérité(b) (continue to affirm) maintenir;∎ I stick to what I said je maintiens ce que j'ai dit;∎ she's still sticking to her story elle maintient ce qu'elle a dit;∎ that's my story and I'm sticking to it c'est ma version et je m'y tiens(c) (restrict oneself to) s'en tenir à;∎ stick to the point! ne vous éloignez pas du sujet!, tenez-vous en au sujet!;∎ stick to the facts! tenez-vous-en aux faits!;∎ can we stick to the business in hand? peut-être pourrions-nous revenir au sujet qui nous occupe?;∎ to stick to the text serrer le texte de près;∎ the author would be better off sticking to journalism l'auteur ferait mieux de se cantonner au journalisme∎ to stick to one's post rester à son poste;∎ he sticks to his room il ne sort pas de sa chambre;∎ stick to the main road suivez la route principale∎ stick close to the house restez près de la maison;∎ his bodyguards stick close to him at all times ses gardes du corps l'accompagnent partout ou ne le quittent jamais d'une semelle;∎ to stick to sb like glue se cramponner ou s'accrocher à qn, coller qncoller (ensemble)(a) (pages etc) être collé (ensemble)∎ we'd better stick together il vaut mieux que nous restions ensemble, il vaut mieux ne pas nous séparer;∎ figurative we'll get through this bad patch if we stick together on sortira de cette mauvaise passe si on se serre les coudes➲ stick up(b) (raise → pole) dresser;∎ stick the target back up redressez la cible;∎ to stick one's hand up lever la main;∎ familiar stick `em up! haut les mains!(point upwards → tower, antenna) se dresser; (→ plant shoots) pointer;∎ I saw a chimney sticking up in the distance j'ai vu une cheminée qui se dressait au loin;∎ the antenna was sticking straight up l'antenne se dressait toute droite;∎ a branch was sticking up out of the water une branche sortait de l'eau;∎ his hair's sticking up il est ébouriffé∎ to stick up for sb prendre la défense ou le parti de qn;∎ stick up for yourself! ne te laisse pas faire!;∎ she can stick up for herself elle peut se défendre toute seule;∎ he has trouble sticking up for himself/his rights il a du mal à défendre ses intérêts/à faire valoir ses droits(a) (activity, subject) s'en tenir à, persister dans;∎ now I've started the job, I'm going to stick with it maintenant que j'ai commencé ce travail, je ne le lâche pas;∎ I'm sticking with my old car for now je garde ma vieille voiture pour le moment∎ stick with me, kid, and you'll be all right reste avec moi, petit, et tout ira bien -
12 stick
1. I1) the machine (the door, the lift, the lock, the lid, etc.) sticks машину и т.д. заедает /заклинивает/; the wheels have stuck колеса увязли; the drawer sticks ящик не выдвигается; I got up to the fourth form (through some ten lines, etc.) and there stuck я дошел до четвертого класса и т.д. и на этом застрял; here I am and here I stick с этого места я никуда не уйду /не сдвинусь/; the nickname will stick это прозвище пристанет /прилипнет/2) the envelope will not stick конверт не заклеивается; this stamp won't stick эта марка не приклеивается; these stamps (these pages, etc.) have stuck эти марки и т.д. слиплись; the tar sticks смола липкая2. II1) stick somewhere stick here (there, indoors, right where you are, etc.) coll. оставаться здесь и т.д., не уходить отсюда и т.д.; are you going to stick in all day? вы собираетесь проторчать /просидеть/ дома весь день?2) stick in some manner stick together слипаться, прилипать; these pages stuck together эти странички слиплись; the envelope sticks fast конверт хорошо /крепко/ заклеивается; let's stick together давайте будем держаться вместе /друг друга/; stick somewhere her zipper stuck halfway up у нее молния застряла /молнию заело/ на середине3. III1) stick smth. stick bills (pictures, notices, advertisements, etc.) расклеивать афиши и т.д.2) stick smb. stick pigs резать /колоть/ свиней; the pin is sticking me булавка колется; stick butterflies (bugs) накалывать бабочек (жуков) (для коллекции)3) stick smb., smth. coll. usually in the negative and interrogative I can't stick this man (his children, etc.) терпеть не могу /не выношу/ этого человека и т.д.; she can't stick his manner она не выносит того, как он себя держит; he won't stick this work он не выдержит этой работы4. IV1) stick smth. in some manner stick broken pieces (things, two sheets of paper, etc.) together склеивать сломанные куска и т.д.2) stick smth. somewhere stick some photographs in вклеить фотографии; stick in a few commas вставить несколько запятых; stick the spurs in пришпорить коня3) stick smb., smth. for some time usually in the negative and interrogative I can't stick this man another minute я больше ни одной минуты не могу терпеть /не выдержу/ этого человека; I can't stick this climate long мне в этом климате долго не выдержать; he couldn't stick the job more than three days на этой работе его хватило всего на три дня5. VI|| stick smth. full of smth. заполнить что-л. чем-л.; stick a pincushion full of pins утыкать подушечку /игольник/ булавками; stick shelves full of knicknacks уставить полку безделушками6. XI1) be stuck if you're stuck, I'll help you a) если ты застрял, я тебе помогу; б) если у тебя дело не ладится, я тебе помогу; get (be) stuck in (on, for) smth. the cars (the buses, the carriages. etc.) got stuck in the mud (in the bog, on a sandbank, etc.) машины и т.д. застряли /увязли/ в грязи и т.д.; the ball was stuck on the roof (on the tree) мяч залетел на крышу (застрял на дереве); here I am stuck in hospital for six weeks меня упрятали в больницу на шесть недель; I'm stuck on this problem я никак не могу решить эту проблему; I was stuck on the first chapter я застрял на первой главе; I was stuck for an answer я замешкался с ответом; be stuck by smth. he was stuck by the very first problem on the test первая же задача в контрольной поставила его в тупик, он застрял /сел/ на первой же задаче в контрольной; our work was stuck by the breakdown of the machinery поломка механизма застопорила работу; be stuck with smb., smth. I was stuck with him all morning я все утро с ним провозился; 1 was stuck, with the job of cleaning up вся уборка свалилась на меня; now we are stuck with his debts теперь нам платить его долги2) be (get) stuck to smth. be (get) stuck to a paper (to a wall, to one's hands, etc.) пристать /прилипнуть/ к бумаге и т.д.; the mud was stuck to my shoes к ботинкам пристала грязь; а notice was stuck to the door к двери было приклеено объявление; be stuck with smth. be stuck with labels (with pictures, with newspaper ads, etc.) быть обклеенным этикетками и т.д.; а coat stuck with medals пиджак, увешанный медалями3) be stuck in smth. the arrow was stuck in the tree стрела вонзилась в дерево; the nail was stuck in the tire гвоздь проколол шину [и застрял в ней] || the cushion was stuck full of pins подушечка была вся утыкана булавками7. XVI1) stick in smth. stick in the mud (in a lock, in a bog, etc.) застревать в грязи и т.д.; stick fast in a bog (in the mud, in the sand, in the snow, etc.) [основательно] увязнуть в болоте и т.д.; а bone stuck in my throat у меня застряла косточка в горле; stick in the mind (in smb.'s memory) запомниться, засесть в мозгу (надолго сохраниться в памяти); the words stuck in my throat слова застряли у меня в горле, lies seemed to stick in his throat он, казалось, никак не мог выдавить из себя /произнести/ эти лживые слова; his proposal sticks in my throat мне претят его предложение; stick in the middle of one's speech (in the middle of one's recitation, in the middle of the play, etc.) остановиться в середине речи и т.д. || stick at home торчать дома2) stick to (in, at, etc.) smth. stick to smb.'s clothes (to feathers, to paper, to the envelope, etc) приставать /прилипать/ к одежде и т.д.; the glue (the paper, this stuff, etc.) sticks to his fingers клей и т.д. пристает /липнет/ к его пальцам /к рукам/; the vegetables have stuck stick to the pan овощи пристали к сковородке; his shirt stuck to his back рубашка прилипла к его спине; my tongue stuck to my throat у меня язык [во рту] не поворачивался /язык прилип к гортани/; stick to /at/ one's work (to business, at a task, to a job until it is finished, etc.) не отрываться от работы и т.д.; he sticks at his table [for] six hours a day он не отрываясь сидит за столом по шесть часов в день; he sticks to his room (in the house, etc.) он никуда не выходит из комнаты и т.д.; stick to smb. the name (the nickname) stuck to him за ним так и осталось /закрепилось/ это имя (прозвище)3) stick to /by/ smb., smth. stick close to one's friends (to one's chief, by me, by one's husband, by one another, etc.) быть /оставаться/ верным своем друзьям и т.д., не оставлять /не бросать, не покидать/ своих друзей и т.д.; the boy stuck to his mother's heels мальчик ходил за матерью по пятам; stick to one's word (to one's opinion, to one's resolve, to one's duty, to one's decision, to one's resolution, to the programme), to the theory, to the original, etc.) не отступать от своего слова и т.д.; stick firm to one's principles стоять за свои убеждения; stick to one's story /to what one said/ упорно повторять одно и то же, не сбиваться; stick to the point не отклоняться (от темы разговора), держаться ближе к делу4) stick with smth. stick with a needle проколоть /проткнуть/ иглой; stick in smth. the needle stuck in smb.'s finger игла вонзилась /впилась/ кому-л. в палец; the knife stuck in the ground and we couldn't pull it out нож глубоко вошел в землю, и мы не могли его вытащить5) stick out of (in) smth. stick out of the window (out of the bag, out of your pocket, etc.) торчать /высовываться/ из окна и т.д.; а dagger was sticking in the corpse в трупе торчал кинжал6) stick at smth. usually in the negative (not to) stick at trifles (at a difficulty, etc.) (не) останавливаться перед мелочами и т.д.; stick at nothing to get one's own way /to gain one's ends/ не останавливаться ни перед чем /не гнушаться никакими средствами/, чтобы добиться своего /своей цели/8. XVIIstick at doing smth. usually in the negative not to stick at lying (at betraying one's friends, at killing a man, etc.) не останавливаться перед ложью и т.д.9. XIX1stick like smth. stick like glue (like a leech, like a bur, like pitch, etc.) липнуть как клей и т.д., приставать как банный лист и т.д.10. XXI11) stick smth. on (in, against, etc.) smth. stick a stamp on a letter (a stamp on an envelope, a label on smb.'s luggage, a notice on the wall, etc.) приклеить марку на письмо и т.д.; stick the picture in your book вклеить картинку в вашу книгу; stick a torch against the wall прикрепить /приладить/ факел к стене; stick a hat on one's head надеть /нацепить, нахлобучить/ шляпу [на голову]; stick smth. with smth. stick a placard with glue приклеить плакат клеем2) stick some time in some place stick a whole summer in town (a whole day in the house, a whole month in bed, etc.) coll. околачиваться /торчать/ все лето в городе и т.д.3) stick smth. in (to) (on, through, etc.) smth., smb. stick a knife into smb.'s back (a spear into the deer, a bayonet into the enemy, etc.) вонзать нож кому-л. в спину и т.д.; stick a fork in (to) a potato (a skewer into meat, a needle into the cushion, a candle in a bottle, a stick into the hole, a spade into the ground, a pin into a piece of paper, etc.) воткнуть вилку в картошку и т.д.; stick a needle into a blister проколоть волдырь иголкой; stick a feather in one's cap воткнуть перо в шляпу; stick a flower into one's buttonhole всунуть /воткнуть, вдеть/ цветок в петлицу; stick a gun in one's belt заткнуть револьвер за пояс; stick one's hands in one's pockets засунуть руки в карманы; stick a finger in one's ear заткнуть ухо пальцем; stick a badge on smb.'s coat приколоть значок к пиджаку; don't stick your nose into other people's business не суйте нос не в свое дело; stick a bayonet through smb.'s breast (a spear through a man's body, a knife right through the partition, etc.) проткнуть кому-л. грудь штыком и т.д.; stick smb., smth. with (on) smth. stick smb. with a bayonet проткнуть кого-л. штыком; stick one's finger with a needle уколоть палец иголкой; stick a potato on a fork (an apple with a stick, etc.) подцепить картошку вилкой и т.д.4) stick smth. on (in, out of, round, behind, etc.) smth. stick the book on the shelf запихнуть книгу на полку; stick the chair in the corner задвинуть стул в угол; stick it on the table бросьте это на стол; stick one's head out of the window высовываться из окна; stick one's head round the door просунуть голову в дверь, высунуть голову из-за двери; stick а реп (а cigarette) behind one's ear заложить /засунуть/ ручку (сигарету) за ухо5) stick smb. with smth. coll. stick smb. with a car (with a counterfeit coin, with fund collection, etc.) навязать /всучить/ кому-л. машину и т.д.; stick smb. for smth. stick smb. for the drinks (for money, for the cost of the fare, etc.) выставлять кого-л. на выпивку и т.д. -
13 stick
to gather \sticks Brennholz [o Reisig] sammeln;to throw \sticks and stones at sb mit Stöcken und Steinen nach jdm werfento get the \stick den Stock bekommen;to give sb the \stick, to take a \stick to sb jdm eine Tracht Prügel verpassen;4) ( severe criticism)to get [or take] [or come in for some] \stick herbe Kritik einstecken müssen, den Marsch geblasen bekommen ( fam) ( come under fire) unter Beschuss geraten5) ( a piece of sth)a \stick of cinnamon eine Stange Zimt;carrot \sticks lange Mohrrübenstücke;a \stick of celery/ rhubarb eine Stange Sellerie/Rhabarber;celery \sticks Selleriestangen mpl;a \stick of chewing gum ein Stück Kaugummi;a \stick of chalk ein Stück Kreide;a \stick of dynamite eine Stange Dynamit;cocktail \stick Cocktailspieß m;lollipop \stick Stiel m eines Lutscherswalking \stick Spazierstock m;white \stick Blindenstock m;8) auto, mech Hebel m;gear \stick Hebel m der Gang[schaltung]a few \sticks [of furniture] ein paar [Möbel]stücke;to not have a \stick of furniture kein einziges Möbelstück besitzen;he's a good old \stick (dated) er ist ein netter alter Kerl;in the [middle of the] \sticks [dort,] wo sich Fuchs und Hase gute Nacht sagen;out in the \sticks [ganz] weit draußenPHRASES:to get the shit-end of the \stick (Am) (fam!) immer [nur] den schlechten Rest abbekommen;\sticks and stones may break my bones, but words can never hurt me (may break my bones, but words can never hurt me) also, damit kannst du mich wirklich nicht treffen;not enough... to shake a \stick at nur ganz wenig...;there are just a few flakes, not enough snow to shake a \stick at bei den paar Flocken kann man wohl kaum von Schnee sprechen;1) ( fix by adhesion) kleben;( be fixed) zugeklebt bleiben;this glue won't \stick dieser Klebstoff hält nicht;the flap of this envelope won't \stick dieser Umschlag geht immer wieder auf;careful that the sauce doesn't \stick to the pan pass auf, dass die Soße nicht anbrennt;to \stick to sb [like a leech] an jdm kleben ( fam)to \stick with the group bei der Gruppe bleiben;to \stick with sb thought, idea, memory jdm nicht mehr aus dem Kopf [o Sinn] gehenhelp me up - I'm stuck hilf mir mal - ich stecke fest!;there's a bone stuck in my throat mir ist eine Gräte im Hals stecken geblieben;he tried to speak but his voice stuck in his throat er versuchte zu sprechen, aber die Worte blieben ihm im Halse stecken;4) (fig: be unable to continue) nicht weiter wissen [o können]; ( unable to leave) nicht weg können;can you help me with my maths - I'm stuck kannst du mir mal bei Mathe helfen - ich komme alleine nicht mehr weiter;I am stuck here all day with three screaming kids ich bin hier den ganzen Tag mit drei kreischenden Kindern eingesperrt;I was stuck there for nearly an hour ich saß hier fast eine ganze Stunde fest cardsdo you want to play or are you \sticking? willst du spielen oder kannst du nicht mehr herausgeben?5) ( endure) hängen bleiben;her little sister called her Lali, and somehow the name stuck ihre kleine Schwester nannte sie Lali, und irgendwie blieb es dann bei diesem Namen;they'll never make these accusations \stick das werden sie nie beweisen können;6) ( persevere)to \stick at sth an etw dat dranbleiben;to \stick to an idea an einer Idee festhalten7) ( keep within limits)to \stick to one's budget sich akk an sein Budget halten;to \stick to a diet eine Diät einhalten8) ( not give up)I think I'll \stick with my usual brand ich denke, ich werde bei meiner [üblichen] Marke bleiben;he has managed to \stick with the task es ist ihm gelungen, die Sache durchzuziehen;to \stick with traditions an Traditionen festhalten9) (continue to support, comply with)to \stick by sb/ sth zu jdm/etw halten;I \stick by what I said ich stehe zu meinem Wort;we must \stick by our policy wir dürfen unsere Taktik jetzt nicht ändern;to \stick by the rules sich akk an die Regeln halten;to \stick by sb through thick and thin mit jdm durch dick und dünn gehen;he should \stick to what he's good at er sollte bei dem bleiben, was er kann;to \stick to the point beim Thema bleiben;to \stick to sb jdm treu bleibento \stick at sth price gleich bleibento be stuck for sth etw brauchen;I'm stuck for an idea mir fällt gerade nichts ein;I'm stuck for money at the moment im Moment bin ich ein bisschen knapp bei Kasse ( fam)he was stuck for words er suchte [vergeblich] nach WortenPHRASES:everybody knows that money \sticks to his fingers jeder weiß, dass er gerne Geld mitgehen lässt;to \stick to one's guns ( refuse to give up) nicht lockerlassen;I'm \sticking to my guns ich stehe zu dem, was ich gesagt habe;to \stick to one's last bei dem bleiben, was man wirklich kann;mud \sticks irgendwie bleibt doch immer etwas hängen;1) ( affix)to \stick sth etw kleben;I forgot to \stick on a stamp ich habe vergessen, eine Briefmarke darauf zu kleben;to \stick sth into sth etw in etw akk einkleben;to \stick sth into place/ position etw an die richtige Stelle kleben;to \stick sth to sth etw an etw dat [an]klebento \stick sth/sb etw/jdn ertragen [o aushalten];I can't \stick much more of this ich halt's nicht mehr aus! ( fam)I can't \stick her ich kann sie nicht ausstehento \stick sth somewhere;\stick your things wherever you like stellen Sie Ihre Sachen irgendwo ab;she stuck her fingers in her ears sie steckte sich die Finger in die Ohren;very young children often \stick things up their noses Kleinkinder stecken sich oft irgendetwas in die Nase;to \stick sth into a bag etw in eine Tasche packen;to \stick one's head around the door seinen Kopf durch die Tür stecken;to \stick sth down sth etw in etw akk stecken;to \stick sth on sth etw auf etw akk legen;( add)the sellers stuck another £5000 on the price die Verkäufer verlangten noch einmal 5000 Pfund mehr;I'll pay for lunch - I can \stick it on my expenses ich zahle das Mittagessen - ich kann es absetzen4) ( pierce)to \stick sth through sth etw durch etw akk [hindurch]stoßen5) ( like very much)to be stuck on sth sich dat etw in den Kopf gesetzt haben;the boss is stuck \stick on his plan to reorganize the office der Chef will um jeden Preis das Büro umstrukturieren;to be stuck on sb in jdn total verknallt sein (sl)6) passiveto be stuck with sth ( unable to get rid of) etw [ungern] tun müssen ( fam) ( given an unpleasant task) etw aufgehalst bekommen ( fam)to be stuck with doing sth zu etw dat verdonnert werdenPHRASES:to \stick one's nose into sb's business seine Nase in jds Angelegenheiten stecken;I'll tell him where he can \stick his job (fam!) den Job kann er sich sonst wohin stecken (sl) -
14 stick
I1. [stık] n1. 1) палка, палочка2) палка, трость; стек; посох3) жезл4) (обыкн. the stick) разг. поркаthis boy wants the stick - этому мальчику нужна палка, мальчишку следует высечь
2. подпорка, колышек3. 1) палочка, брусок, плиткаstick of chocolate - плитка /плиточка/ шоколада
incense sticks - ароматические палочки /свечки/
2) спица4. подсвечник5. смычок6. дирижёрская палочка7. спорт. жарг.1) палка, клюшкаstick feint [push] - финт [подсечка шайбы] клюшкой ( хоккей)
2) бита ( бейсбол)3) удочка4) pl лыжные палки5) pl лыжи6) = surfboard I7) pl боковые стойки ворот8. разг.1) человек2) тупица, бревно10. pl хворост11. (the sticks) разг. захолустье, глушь13. сл. сигарета с марихуаной14. 1) тех. рукоятка2) ав. разг. ручка управления15. ав. группа парашютистов, участвующих в групповом прыжке16. воен.1) серия бомб2) снаряды одного залпа17. pl лес. кругляк, круглый лесоматериал18. полигр. верстатка19. мор. перископ20. мор. разг. рангоут21. бот. ветка, черешок22. текст. мяло, трепало ( для шерсти)♢
the big stick - политика силы /«большой дубинки»/to beat smb. to sticks - разбить кого-л. наголову
cross as two sticks - в ужасном настроении, не в духе, злой как чёрт
to have the right [the wrong] end of the stick - иметь преимущество [потерпеть поражение] (в споре и т. п.)
to have got hold of the wrong [of the right] end of the stick - иметь неверное [правильное] представление о чём-л.
to hold sticks with smb. - соревноваться с кем-л. на равных условиях
in a cleft stick - в затруднительном положении, в тупике
to cut one's sticks - удрать, улизнуть
to get on the stick - взяться за дело, начать действовать
to give smb. the stick - бранить, разносить кого-л.; ≅ делать втык кому-л.
2. [stık] v (stuck)1. 1) (in, into) втыкать, вкалывать, вонзатьto stick a needle into one's finger - загнать /всадить/ иголку (себе) в палец
to stick a knife into smb. - вонзить нож в кого-л.
we tested the pie by sticking a fork into the crust - мы попробовали вилкой, готов ли пирог
2) втыкаться, вонзатьсяthe needle stuck in my finger - иголка воткнулась /вонзилась/ мне в палец
3) колоть, укалыватьto stick smb. with a needle - уколоть кого-л. иголкой
2. (through) прокалывать, пронзать3. 1) закалывать, убиватьto stick smb. with a bayonet - заколоть кого-л. штыком
2) резать, забивать ( скот)4. разг. высовывать, выставлять (тж. stick out)to stick one's head [one's hand] out of the window - высунуть голову [руку] из окна
5. разг.1) (обыкн. in) всовывать, совать, втыкатьto stick a flower in one's hair [an orchid in one's buttonhole, a feather in a cap] - воткнуть цветок в волосы [орхидею в петлицу, перо в шляпу]
to stick a hatchet [a revolver] in one's belt - заткнуть топорик [револьвер] за пояс
don't stick your nose into other people's business - не суй нос в чужие дела
2) торчать (тж. stick out, stick up)6. разг. засовывать, вставлять (тж. stick in)stick the cake in the oven - сунь /поставь/ пирог в духовку
7. 1) утыкать, усыпать2) разг. заставлять, увешиватьshe stuck potted plants around the room - она заставила всю комнату горшками с цветами
a coat stuck with badges - пиджак, увешанный значками
8. разг. поставить, положить, броситьjust stick it on the table [behind the couch] - бросьте это на стол [за диван]
9. накалывать ( насекомых для коллекции)10. редк. собирать хворост (обыкн. to go sticking)11. с.-х. ставить подпорки ( растениям)12. полигр. вставлять в верстаткуII♢
to stick one's heels in - а) противиться, не уступать; they wanted to move the school to new buildings, but parents and children stuck their heels in - школу хотели перевести в новое здание, но родители и дети заупрямились; hundreds of tenants are sticking their heels in over the new rent increases - сотни квартиросъёмщиков ведут упорную борьбу с новым повышением квартплаты; б) не отступать ни на шаг1. [stık] nклейкость, липкость, прилипчивость2. [stık] v (stuck)I1. 1) наклеивать, приклеивать, прилеплятьto stick a label on one's luggage [a notice on a wall, a stamp on a letter] - наклеить /налепить/ ярлык на багаж [объявление на стену, марку на конверт]
to stick bills - расклеивать афиши /плакаты/
to stick smth. together - склеивать что-л.
the nickname the neighbours stuck on him - прозвище, которое ему дали соседи
2) приклеиваться, склеиваться, слепляться; прилипать, липнутьthese stamps have stuck (together) - марки склеились /слиплись/
the paper sticks to my fingers - бумага прилипает к пальцам [ср. тж. ♢ ]
the name [the nickname] stuck to her - это имя [прозвище] так и осталось за ней /прилипло к ней/
3) крепко держаться4) приставать, привязываться (к кому-л.); становиться постоянным спутникомto stick like a burr /like glue, like a limpet, like wax/ - ≅ пристать /привязаться/ как смола /как банный лист/
2. 1) застревать; увязать2) останавливаться, застреватьto stick in the mind /in the memory/ - засесть в памяти
3) (at) разг. колебатьсяthis man sticks at no principle - это беспринципный человек, для этого человека нет ничего святого
3. 1) останавливать, задерживатьwe had been stuck there for a week by bad weather - плохая погода задержала нас там на неделю
2) разг. торчать, застревать, оставаться (надолго)to stick fast - основательно /надолго/ застрять
he stuck on the farm while his brothers travelled - он торчал /оставался/ на ферме, пока его братья путешествовали
3) разг. залежаться ( о товаре)4. плохо, неисправно действовать, заедатьthe door [the gate, the lock] stuck - дверь [ворота, замок] заело
5. разг. выносить; мириться (с кем-л., чем-л.)stick it! - терпи!, держись!
6. разг.1) озадачивать, ставить в тупик2) становиться в тупик, испытывать затруднения7. разг.1) надувать, обманыватьhe had already been stuck several times by this man - этот человек его уже несколько раз надувал
2) (with) обыкн. pass всучить, навязатьI am stuck with this car - мне навязали эту машину (и теперь я с ней мыкаюсь)
it's my face and I am stuck with it - это моё лицо, и другого мне не дадут
now I am stuck with her - теперь я от неё не отвяжусь, вот навязалась на мою голову
8. разг.1) вводить в расход, заставлять платить, «выставлять»he stuck his host for the cost of several long-distance calls - его хозяину пришлось заплатить за несколько его междугородных телефонных разговоров
what do they stick you for a meal? - сколько они берут с вас за обед?
2) брать непомерно высокую цену, сдиратьII Б1. to stick to smth. не отвлекаться, не отклоняться от чего-л.stick to business! - не отвлекайтесь!
stick to the point! - не отклоняйтесь!; ближе к делу!
stick to the facts [to the original, to the text] - придерживайтесь фактов [оригинала, текста]
flying is simple if you stick to the rules - пилотирование самолёта - дело простое, надо только соблюдать правила
2. to stick to /with/ smth. придерживаться чего-л., быть верным чему-л.to stick to one's word [to one's promise] - крепко /твёрдо/ держать слово [обещание]
he sticks to his story - а) он упорно повторяет одно и то же; б) он настаивает на том, что он сказал
to stick to one's guns - воен. упорно /стойко/ обороняться [см. тж. ♢ ]
3. to stick by /to/ smb. разг. стоять за кого-л.; быть верным кому-л.he stuck by his friend in his troubles - он остался верным другу, когда у того были неприятности
he stuck to us through thick and thin - он оставался нам верным другом во всех испытаниях
his wife has stuck by him in good times and bad - жена всегда поддерживала его - и в радости и в беде
4. to stick at smth. упорно работать над чем-л.I stick at my painting five or six hours a day but nothing comes of it - я работаю над картиной пять-шесть часов в день, но у меня ничего не получается
you can write the report in a week, but you'll need to stick at it - отчёт можно написать за неделю, но придётся не разгибать спины
♢
to be stuck on smb. - влюбиться в кого-л.
to stick to the fingers - прилипать к рукам (о чужих деньгах и т. п.) [ср. тж. I 1, 2)]
to stick in the same mire with smb. - ≅ быть связанным одной верёвочкой с кем-л.
to stick to one's colours /to one's guns/ - стоять на своём, твёрдо проводить свою линию, до конца держаться своих убеждений [см. тж. II Б 2]
to stick to one's last - заниматься только своим делом, не лезть не в своё дело
to stick it on - а) запрашивать большую цену; б) преувеличивать, приукрашивать
to stick in one's gizzard [in one's stomach, in one's throat] - приходиться не по вкусу кому-л., мешать /надоедать/ кому-л.; ≅ встать /стать/ поперёк горла
to stick to the ribs см. rib 1 ♢
-
15 stick
stɪk
1. сущ.
1) а) палка;
прут;
трость;
стек;
колышек;
посох;
жезл hiking, walking stick ≈ клюка, трость, палка (для опоры при ходьбе) hockey stick ≈ хоккейная клюшка Syn: walking stick б) ветка, веточка celery stick ≈ корешок сельдерея
2) брусок, палочка( сургуча, мыла для бритья, с леденцом и т. п.) stick of chewing gum ≈ пластинка жевательной резинки
3) устройство в форме палки, имеющее строго определенную функциональную нагрузку а) муз. дирижерская палочка б) тех. рукоятка в) текст. мяло, трепало г) полигр. верстатка composing stick
4) а) разг. инертный, туповатый человек;
тупица б) разг. парень (как форма запанибратского обращения) Syn: person, chap
5) (the sticks) мн. амер. разг. захолустье
6) мн.;
разг. мебель( обыкн. грубая)
7) мор.;
разг. мачта
8) воен. серия бомб ∙ to cut one's stick сл. ≈ удрать, улизнуть
2. гл.;
прош. вр. и прич. прош. вр. - stuck
1) а) втыкать, вкалывать, прокалывать, вонзать;
натыкать, насаживать( на острие) ;
утыкать Syn: stab
2. б) закалывать, убивать
2) торчать (тж. stick out)
3) разг. класть, совать, ставить
4) а) приклеивать;
наклеивать, расклеивать б) липнуть;
присасываться;
приклеиваться I could not stick the envelope. ≈ У меня не получалось заклеить конверт. в) перен. привязываться (напр., к какому-л. месту), постоянно ассоциироваться( с кем-л.) the nickname stuck to him ≈ прозвище пристало к нему to stick on( a horse) разг. ≈ крепко сидеть( на лошади) Why do you always stick at home? ≈ Почему ты всегда торчишь дома?
5) держаться, придерживаться( to - чего-л.) ;
упорствовать( to - в чем-л.) ;
оставаться верным( другу, слову, долгу и т. п.) (to) to stick to one's word ≈ держать слово, сдерживать обещание Syn: adhere, cleave, cling, cohere Ant: separate, sever, leave abandon
6) завязнуть, застрять to be stuck in a traffic jam ≈ застрять в автомобильной пробке
7) разг. выдерживать, терпеть She could not stick it any longer. ≈ Она больше не могла выносить этого.
8) озадачить, поставить в тупик Syn: baffle
2., stump
2.
9) всучить, навязать( with)
10) а) разг. обманывать, надувать, морочить Syn: cheat
2., defraud б) обременять какой-л. трудной, неблагодарной работой He is still stuck with that lousy car. ≈ Он все еще возится с этой чертовой машиной.
11) а) разг. заставить( кого-л.) заплатить;
вводить в расход б) назначать завышенную цену Syn: overcharge
1.
12) полигр. вставлять в верстатку ∙ stick around stick at stick by stick down stick in stick on stick out stick out for stick to stick together stick up stick up for stick up to stick with stuck on амер.;
сл. ≈ влюбленный to stick it on сл. ≈ запрашивать большую цену to stick to one's ribs разг. ≈ быть питательным, полезным (о пище) палка, палочка - fencing * фехтовальная палка - the house went to *s and staves дом совершенно развалился - not a * or stone remained of the house от дома не осталось и следа палка, трость;
стек, посох жезл (обыкн. the *) (разговорное) порка - this boy wants the * этому мальчику нужна палка, мальчишку следует высечь подпорка, колышек палочка, брусок, плитка - * of candy леденец - * of chocolate плитка /плиточка/ шоколада - * of chalk палочка мела - * of butter пачка масла - incense *s ароматические палочки /свечки/ спица - knitting * вязальная спица подсвечник смычок дирижерская палочка (спортивное) (жаргон) палка, клюшка - * feint финт клюшкой (хоккей) (спортивное) (жаргон) бита (бейсбол) удочка pl лыжные палки - * riding descent спуск с помощью палок pl лыжи( спортивное) доска для серфинга pl боковые стойки ворот( разговорное) человек - queer * чудак - a decent old * порядочный человек - good *s добрые люди - poor * ничтожество тупица, бревно - he is a regular * on the stage на сцене он настоящий истукан pl (разговорное) предметы (домашней обстановки) - we have only a few *s of furniture у нас мало мебели pl хворост (the *s) (разговорное) захолустье, глушь (американизм) ложка коньяка, рома и т. п. в чай или кофе (сленг) сигарета с марихуаной (техническое) рукоятка (авиация) (разговорное) ручка управления( авиация) группа парашютистов, участвующих в групповом прыжке (военное) серия бомб - * bombing серийное бомбометание снаряды одного залпа pl (лесохозяйственное) кругляк, круглый лесоматериал (полиграфия) верстатка (морское) перископ( морское) (разговорное) рангоут (ботаника) ветка, черешок( текстильное) мяло, трепало (для шерсти) > the big * политика силы /"большой дубинки"/ > to beat smb. to *s разбить кого-л. наголову > cross as two *s в ужасном настроении, не в духе, злой как черт > to have the right end of the * иметь преимущество( в споре и т. п.) > to have got hold of the wrong end of the * иметь неверное представление о чем-л. > to hold *s with smb. соревноваться с кем-л. на равных условиях > in a cleft * в затруднительном положении, в тупике > he has us in a (cleft) * он поставил нас в отчаянное положение > to cut one's *s удрать, улизнуть > to get on the * взяться за дело, начать действовать > to give smb. the * бранить, разносить кого-л.;
делать втык кому-л. (in, into) втыкать, вкалывать, вонзать - to * a spade into the earth воткнуть лопату в землю - to * a needle into one's finger загнать /всадить/ иголку (себе) в палец - to * a knife into smb. вонзить нож в кого-л. - to * spurs вонзить шпоры - to * a nail into the wall вбить гвоздь в стену - we tested the pie by *ing a fork into the crust мы попробовали вилкой, готов ли пирог втыкаться, вонзаться - the arrow stuck in the target стрела вонзилась в мишень - the needle stuck in my finger иголка воткнулась /вонзилась/ мне в палец колоть, укалывать - to * smb. with a needle уколоть кого-л. иголкой (through) прокалывать, пронзать - to * a skewer through a piece of meat насадить кусок мяса на вертел закалывать, убивать - to * smb. with a bayonet заколоть кого-л. штыком резать, забивать (скот) - to * a pig заколоть свинью (разговорное) высовывать, выставлять (тж. * out) - to * one's head out of the window высунуть голову из окна (разговорное) (обыкн. in) всовывать, совать, втыкать - to * a flower in one's hair воткнуть цветок в волосы - to * a hatchet in one's belt заткнуть топорик за пояс - to * one's forefingers in one's ears заткнуть пальцами уши - to * a pen behind one's ear заложить перо за ухо - to * one's hands in one's pockets сунуть руки в карманы - don't * your nose into other people's business не суй нос в чужие дела торчать (тж. * out, * up) - the pen *ing behind his ear торчащее у него за ухом перо (разговорное) засовывать, вставлять (тж. * in) - to * a few commas in вставить несколько запятых - * the letter under the door сунь письмо под дверь - * the book back on its shelf поставь книгу обратно на полку - * the cake in the oven сунь /поставь/ пирог в духовку утыкать, усыпать - the cushion was stuck full of pins вся подушечка была утыкана булавками (разговорное) заставлять, увешивать - the walk was stuck full of statues по всей аллее понаставили статуи - she stuck potted plants around the room она заставила всю комнату горшками с цветами - a coat stuck with badges пиджак, увешанный значками ( разговорное) поставить, положить, бросить - just * it on the table бросьте это на стол - * the kettle on the gas stove поставьте чайник на газ накалывать( насекомых для коллекции) (редкое) собирать хворост (обыкн. to go *ing) (сельскохозяйственное) ставить подпорки( растениям) (полиграфия) вставлять в верстатку > to * one's heels in противиться, не уступать;
не отступать ни на шаг > they wanted to move the school to new buildings, but parents and children stuck their heels in школу хотели перевести в новое здание, но родители и дети заупрямились > hundreds of tenants are sticking their heels in over the new rent increases сотни квартиросъемщиков ведут упорную борьбу с новым повышением квартплаты клейкость, липкость, прилипчивость наклеивать, приклеивать, прилеплять - to * a label on one's luggage наклеить /налепить/ ярлык на багаж - to * bills расклеивать афиши /плакаты/ - to * photographs in an album наклеивать фотографии в альбом - to * a picture in a book вклеивать картинку в книгу - to * smth. together склеивать что-л. - the nickname the neighbours stuck on him прозвище, которое ему дали соседи приклеиваться, склеиваться, слепляться;
прилипать, липнуть - the envelope won't * конверт не заклеивается - these stamps have stuck (together) марки склеились /слиплись/ - his shirt stuck to his back у него рубашка прилипла к спине - the paper *s to my fingers бумага прилипает к пальцам - tar *s смола липкая - the vegetables have stuck to the pan овощи пристали к сковородке - the name stuck to her это имя так и осталось за ней /прилипло к ней/ - the same fear *s to her ее преследует все тот же страх - his phrases * его выражения запоминаются крепко держаться - to * on the horse крепко держаться в седле приставать, привязываться ( к кому-л.) ;
становиться постоянным спутником - to * like a burr /like glue, like a limpet, like wax/ пристать /привязаться/ как смола /как банный лист/ - to * like a leech присосаться как пиявка застревать;
увязать - the car stuck in the mood автомобиль завяз в грязи - the key stuck in the lock ключ не поворачивался в замке - the ball got stuck on the roof мяч застрял на крыше останавливаться, застревать - to * in the middle of a speech остановиться в середине (своей) речи - to * in the mind /in the memory/ засесть в памяти - the words stuck in his throat слова застряли у него в глотке (at) (разговорное) колебаться - he will * at nothing он не остановится ни перед чем - this man *s at no principle это беспринципный человек, для этого человека нет ничего святого останавливать, задерживать - we have been stuck there for a week by bad weather плохая погода задержала нас там на неделю (разговорное) торчать, застревать, оставаться (надолго) - to * fast основательно /надолго/ застрять - he stuck on the farm while his brothers travelled он торчал /оставался/ на ферме, пока его братья путешествовали (разговорное) залежаться( о товаре) плохо, неисправно действовать, заедать - the door stuck дверь заело - this drawer *s ящик не выдвигается - the switch *s выключатель неисправен (разговорное) выносить;
мириться( с кем-л., чем-л.) - he could not * his mother-in-law он не выносил свою тещу - * it! терпи!, держись! (разговорное) озадачивать, ставить в тупик - this problem *s me эта задача ставит меня в тупик становиться в тупик, испытывать затруднения - he *s at grammar он не в ладах с грамматикой (разговорное) надувать, обманывать - he had already been stuck several times by this man этот человек его уже несколько раз надувал (with) обыкн. pass всучить, навязать - I'm stuck with a counterfeit coin мне подсунули фальшивую монету - I am stuck with this car мне навязали эту машину (и теперь я с ней мыкаюсь) - it's my face and I am stuck with it это мое лицо, и другого мне не дадут - now I am stuck with her теперь я от нее не отвяжусь, вот навязалась на мою голову (разговорное) вводить в расход, заставлять платить, "выставлять" - he stuck his host for the cost of several long-distance calls его хозяину пришлось заплатить за несколько его междугородных телефонных разговоров - what do they * you for a meal? сколько они берут с вас за обед? брать непомерно высокую цену, сдирать - to stick to smth. не отвлекаться, не отклоняться от чего-л. - * to business! не отвлекайтесь! - * to the point! не отклоняйтесь!;
ближе к делу! - * to the facts придерживайтесь фактов - flying is simple if you * to the rules пилотирование самолета - дело простое, надо только соблюдать правила - to stick to /with/ smth. придерживаться чего-л., быть верным чему-л. - to * to one's word крепко /твердо/ держать слово - to * to one's opinion упорствовать в своем мнении - to * to one's resolve стоять на своем - to * to one's duty быть верным своему долгу - to * to one's post оставаться на своем посту - he *s to his story он упорно повторяет одно и то же;
он настаивает на том, что он сказал - to * to one's guns (военное) упорно /стойко/ обороняться - to stick by /to/ smb. (разговорное) стоять за кого-л.;
быть верным кому-л. - he stuck by his friend in his troubles он остался верным другу, когда у того были неприятности - he stuck to us through thick and thin он оставался нам верным другом во всех испытаниях - his wife has stuck by him in good times and bad жена всегда поддерживала его - и в радости, и в беде - to stick at smth. упорно работать над чем-л. - I * to my painting five or six hours a day but nothing comes of it я работаю над картиной пять-шесть часов в день, но у меня ничего не получается - you can write the report in a week, bur you'll need to * at it отчет можно написать за неделЮ, но придется не разгибать спины > to be stuck on smb. влюбиться в кого-л. > to * to the fingers прилипать к рукам (о чужих деньгах и т. п.) > to * in the same mire with smb. быть связанным одной веревочкой с кем-л. > to * to one's colours /to one's guns/ стоять на своем, твердо проводить свою линию, до конца держаться своих убеждений > to * to one's last заниматься только своим делом, не лезть не в свое дело > to * it on запрашивать большую цену;
преувеличивать, приукрашивать > to * it on the bill приписывать к счету > to * in one's gizzard /in one's stomach, in one's throat/ приходиться не по вкусу кому-л., мешать /надоедать/ кому-л.;
встать /стать/ поперек горла > to * to the ribs насыщать, быть питательным ~ липнуть;
присасываться;
приклеиваться;
to be stuck (with smth.) не иметь возможности отделаться( от чего-л.) ;
the envelope won't stick конверт не заклеивается ~ воен. серия бомб;
to cut one's stick sl. удрать, улизнуть;
the big stick политика силы, политика большой дубинки ~ застрять, завязнуть;
to stick fast основательно застрять;
the door sticks дверь заедает;
the key has stuck in the lock ключ застрял в замке ~ липнуть;
присасываться;
приклеиваться;
to be stuck (with smth.) не иметь возможности отделаться (от чего-л.) ;
the envelope won't stick конверт не заклеивается friends ~ together друзья держатся вместе;
to stick to business не отвлекаться he sticks at his work ten hours a day он упорно работает по десять часов в день;
to stick at nothing ни перед чем не останавливаться ~ up выдаваться, торчать;
his hair stuck up on end у него волосы стояли торчком ~ разг. терпеть, выдерживать;
stick it! держись!, мужайся!;
I could not stick it any longer я больше не смог этого вытерпеть ~ застрять, завязнуть;
to stick fast основательно застрять;
the door sticks дверь заедает;
the key has stuck in the lock ключ застрял в замке the nickname stuck (to him) прозвище пристало к нему;
to stick on (a horse) разг. крепко сидеть (на лошади) stick брусок, палочка (сургуча, мыла для бритья и т. п.) ;
stick of chocolate плитка шоколада;
stick of chewing gum плиточка жевательной резинки ~ полигр. верстатка ~ веточка, ветка ~ полигр. вставлять в верстатку;
stick around разг. слоняться поблизости, не уходить;
stick at упорно продолжать ~ всучить, навязать (with) ~ (stuck) втыкать, вкалывать, вонзать;
натыкать, насаживать (на острие) ;
утыкать ~ разг. вялый или туповатый человек;
тупица;
недалекий или косный человек ~ держаться, придерживаться (to - чего-л.) ;
упорствовать (to - в чем-л.) ;
оставаться верным (другу, слову, долгу;
to) ~ муз. дирижерская палочка ~ разг. заставить (кого-л.) заплатить;
вводить в расход ~ застрять, завязнуть;
to stick fast основательно застрять;
the door sticks дверь заедает;
the key has stuck in the lock ключ застрял в замке ~ (the sticks) pl амер. разг. захолустье ~ разг. класть, ставить, совать ~ колоть, закалывать ~ липнуть;
присасываться;
приклеиваться;
to be stuck (with smth.) не иметь возможности отделаться (от чего-л.) ;
the envelope won't stick конверт не заклеивается ~ мор. разг. мачта ~ pl разг. мебель (обыкн. грубая) ~ разг. обманывать ~ озадачить, поставить в тупик ~ оставаться;
to stick at home торчать дома ~ палка;
прут;
трость;
стек;
колышек;
посох;
жезл ~ приклеивать;
наклеивать, расклеивать ~ тех. рукоятка ~ воен. серия бомб;
to cut one's stick sl. удрать, улизнуть;
the big stick политика силы, политика большой дубинки ~ разг. терпеть, выдерживать;
stick it! держись!, мужайся!;
I could not stick it any longer я больше не смог этого вытерпеть ~ торчать (тж. stick out) ~ текст. трепало, мяло ~ полигр. вставлять в верстатку;
stick around разг. слоняться поблизости, не уходить;
stick at упорно продолжать ~ полигр. вставлять в верстатку;
stick around разг. слоняться поблизости, не уходить;
stick at упорно продолжать ~ оставаться;
to stick at home торчать дома he sticks at his work ten hours a day он упорно работает по десять часов в день;
to stick at nothing ни перед чем не останавливаться ~ down разг. записывать ~ down разг. класть ~ down приклеивать ~ застрять, завязнуть;
to stick fast основательно застрять;
the door sticks дверь заедает;
the key has stuck in the lock ключ застрял в замке ~ разг. терпеть, выдерживать;
stick it! держись!, мужайся!;
I could not stick it any longer я больше не смог этого вытерпеть to ~ it on sl. запрашивать большую цену;
to stick to one's ribs разг. быть питательным, полезным (о пище) stick брусок, палочка (сургуча, мыла для бритья и т. п.) ;
stick of chocolate плитка шоколада;
stick of chewing gum плиточка жевательной резинки stick брусок, палочка (сургуча, мыла для бритья и т. п.) ;
stick of chocolate плитка шоколада;
stick of chewing gum плиточка жевательной резинки the nickname stuck (to him) прозвище пристало к нему;
to stick on (a horse) разг. крепко сидеть (на лошади) ~ out бастовать;
stick out for настаивать( на чем-л.) ~ out высовывать(ся) ;
торчать;
to stick out one's chest выпячивать грудь ~ out мириться, терпеть;
держаться до конца ~ out бастовать;
stick out for настаивать (на чем-л.) ~ out высовывать(ся) ;
торчать;
to stick out one's chest выпячивать грудь to ~ pigs закалывать свиней to ~ pigs охотиться на кабанов верхом с копьем friends ~ together друзья держатся вместе;
to stick to business не отвлекаться to ~ to it упорствовать, стоять (на чем-л.) ;
to stick to the point держаться ближе к делу to ~ to one's friends in trouble не оставлять друзей в беде to ~ it on sl. запрашивать большую цену;
to stick to one's ribs разг. быть питательным, полезным (о пище) to ~ to it упорствовать, стоять (на чем-л.) ;
to stick to the point держаться ближе к делу ~ up выдаваться, торчать;
his hair stuck up on end у него волосы стояли торчком ~ up sl. останавливать с целью ограбления;
ограбить;
to stick up the bank ограбить банк;
stick up for защищать, поддерживать ~ up ставить торчком ~ up sl. останавливать с целью ограбления;
ограбить;
to stick up the bank ограбить банк;
stick up for защищать, поддерживать to ~ up for one's rights защищать свои права;
stick up to не подчиняться;
оказывать сопротивление;
stuck on амер. sl. влюбленный ~ up sl. останавливать с целью ограбления;
ограбить;
to stick up the bank ограбить банк;
stick up for защищать, поддерживать to ~ up for one's rights защищать свои права;
stick up to не подчиняться;
оказывать сопротивление;
stuck on амер. sl. влюбленный to ~ up for one's rights защищать свои права;
stick up to не подчиняться;
оказывать сопротивление;
stuck on амер. sl. влюбленный -
16 Hals
m; -es, Hälse1. neck; (Rachen, Kehle) throat; steifer Hals stiff neck; jemandem in den Hals schauen (have a) look at s.o.’s throat; ich hab’s im Hals umg. I’ve got a sore throat; sich (Dat) den Hals brechen break one’s neck; jemandem um den Hals fallen fling one’s arms around s.o.’s neck; bis an den Hals up to one’s neck (fig. auch eyes, ears); er hat es in den falschen Hals bekommen it went down the wrong way; fig. he took it the wrong way; aus vollem Hals(e) schreien / lachen scream at the top of one’s voice / roar with laughter2. TECH. neck, collar; einer Flasche, Geige etc.: neck; MUS., einer Note: tail; einer Flasche den Hals brechen umg., fig. crack (open) a bottle3. umg., fig.: Hals über Kopf (hastig) headlong; sich Hals über Kopf verlieben in (+ Akk) fall head over heels in love with; ich hatte einen dicken oder so ‚nen Hals I was absolutely livid; einen langen Hals machen crane one’s neck; jemanden / etw. am oder auf dem Hals haben be lumbered with s.o. / s.th.; zu viel am Hals haben have too much on one’s plate; sich (Dat) auf den Hals laden lumber o.s. with, get o.s. lumbered with; jemandem die Polizei etc. auf den Hals hetzen oder schicken get the police etc. onto s.o.; sich jemandem an den Hals werfen throw o.s. at s.o.; jemandem den Hals umdrehen wring s.o.’s neck; sich (Dat) vom Hals(e) schaffen get rid of; das kann ihm den Hals brechen oder ihn seinen Hals kosten that could cost him his neck; seinen Hals riskieren risk one’s neck; das Wort blieb mir im Hals(e) stecken the word stuck in my throat; es hängt oder wächst mir zum Hals(e) heraus I’m fed up to the back teeth with it, I’m sick (and tired) of it; bis zum oder über den Hals in Arbeit / Schulden stecken be up to one’s neck in work / debt; sie kann den Hals nicht voll ( genug) kriegen she can’t get enough (of it); schaff es / ihn mir vom Halse räumlich: get it / him out of here ( oder out of my sight); weitS. I don’t want to have anything to do with it / him, get it / him off my back umg.; bleib mir damit vom Halse! I don’t want to know about it; Herz1 8, Pest etc.* * *der Hals(Flaschenhals) neck;(Kehle) throat;(Körperteil) neck;(Tierhals) scrag* * *Hạls I [hals]m -es, ordm;e['hɛlzə]einen langen Hals machen, den Hals recken — to crane one's neck
nach jdm/etw den Hals verrenken (inf) — to crane one's neck to see sb/sth
den Hals brechen (inf) — to break one's neck
etw bricht jdm den Hals (inf) — sth will cost sb his/her neck
sich um den or seinen Hals reden (inf) — to put one's head in the noose
Hals über Kopf abreisen/den Koffer packen — to leave/pack one's case in a rush or hurry
sich Hals über Kopf in jdn verlieben — to fall head over heals for sb
ihm steht das Wasser bis zum Hals (fig) — he is up to his neck in it (inf)
jdn auf dem or am Hals haben (inf) — to be lumbered (Brit) or saddled with sb (inf)
jdm mit etw vom Hals(e) bleiben (inf) — not to bother sb with sth (inf)
jdn/etw vom Halse schaffen (inf) — to get sb/sth off one's back (inf)
jdm jdn/etw vom Halse schaffen (inf) — to get sb/sth off sb's back (inf)
sie hat es am or im Hals (inf) — she has a sore throat
aus vollem Hals(e) — at the top of one's voice
es hängt or wächst mir zum Hals heraus (inf) — I'm sick and tired of it, I've had it up to here (inf)
etw bleibt jdm im Hals stecken (lit, fig) — sth sticks in sb's throat
3) (= Flaschenhals, Geigenhals, Säulenhals) neck; (= Notenhals) stemSee:→ brechen4) (von Knochen) neck; (= Gebärmutterhals) cervix, neck of the wombII [hals]m -es, -en[-zn] (NAUT) tack* * *(the front part of the neck: She wore a silver brooch at her throat.) throat* * *<-es, Hälse>[hals, pl ˈhɛlzə]m\Hals-Nasen-Ohren-Arzt ear, nose and throat specialistden \Hals recken to crane one's neckeinem Tier den \Hals umdrehen to wring an animal's neckjdm um den \Hals fallen to fling one's arms around sb's neck2. (Kehle) throates im \Hals haben (fam) to have a sore throatjdm im \Hals stecken bleiben to become stuck in sb's throat4. TECH neck, collar5. (Flaschenhals) neck6. (Geigen-/Gitarrenhals) neck8.ich stecke bis über den \Hals in Schulden I'm up to my ears in debt▶ etw in den falschen \Hals bekommen (fam: sich verschlucken) to take sth the wrong way fam; (etw missverstehen) to take sth wrongly▶ einer Flasche den \Hals brechen to crack a bottleimmer Spinat, langsam hängt mir das Zeug zum \Halse heraus! spinach again! I'm getting sick to death of the stuff!▶ \Hals über Kopf in a hurry [or rush]▶ jdn den \Hals kosten, jdm den \Hals brechen to finish sbdem hetze ich die Polizei auf den \Hals! I'll get the police onto him!▶ aus vollem \Hals[e] at the top of one's voice* * *der; Halses, Hälse1) necksich (Dat.) den Hals brechen — break one's neck
jemandem um den Hals fallen — throw or fling one's arms around somebody['s neck]
Hals über Kopf — (ugs.) in a rush or hurry
einen langen Hals machen — (ugs.) crane one's neck
jemandem den Hals brechen — (ugs.) drive somebody to the wall
das kostete ihn od. ihm den Hals — (ugs.) that did for him (coll.)
sich jemandem an den Hals werfen — (ugs.) throw oneself at somebody
jemandem jemanden auf den Hals schicken od. hetzen — (ugs.) get or put somebody on [to] somebody
sich (Dat.) jemanden/etwas auf den Hals laden — (ugs.) lumber or saddle oneself with somebody/something (coll.)
jemandem steht das Wasser bis zum Hals — (ugs.): (jemand hat Schulden) somebody is up to his/her eyes in debt; (ugs.): (jemand hat Schwierigkeiten) somebody is up to his/her neck in it
2) (Kehle) throataus vollem Hals[e] — at the top of one's voice
er hat es in den falschen Hals bekommen — (ugs.): (falsch verstanden) he took it the wrong way; (ugs.): (sich verschluckt) it went down [his throat] the wrong way
er kann den Hals nicht voll [genug] kriegen — (ugs.) he can't get enough; he's insatiable
das hängt/wächst mir zum Hals[e] heraus — (ugs.) I'm sick and tired of it (coll.)
3) (einer Flasche) neck* * *1. neck; (Rachen, Kehle) throat;steifer Hals stiff neck;jemandem in den Hals schauen (have a) look at sb’s throat;ich hab’s im Hals umg I’ve got a sore throat;sich (dat)den Hals brechen break one’s neck;jemandem um den Hals fallen fling one’s arms around sb’s neck;bis an den Hals up to one’s neck (fig auch eyes, ears);er hat es in den falschen Hals bekommen it went down the wrong way; fig he took it the wrong way;aus vollem Hals(e) schreien/lachen scream at the top of one’s voice/roar with laughtereiner Flasche den Hals brechen umg, fig crack (open) a bottle3. umg, fig:Hals über Kopf (hastig) headlong;sich Hals über Kopf verlieben in (+akk) fall head over heels in love with;so ’nen Hals I was absolutely livid;einen langen Hals machen crane one’s neck;jemanden/etwas am oderauf dem Hals haben be lumbered with sb/sth;zu viel am Hals haben have too much on one’s plate;sich (dat)auf den Hals laden lumber o.s. with, get o.s. lumbered with;schicken get the police etc onto sb;sich jemandem an den Hals werfen throw o.s. at sb;jemandem den Hals umdrehen wring sb’s neck;sich (dat)vom Hals(e) schaffen get rid of;ihn seinen Hals kosten that could cost him his neck;seinen Hals riskieren risk one’s neck;das Wort blieb mir im Hals(e) stecken the word stuck in my throat;wächst mir zum Hals(e) heraus I’m fed up to the back teeth with it, I’m sick (and tired) of it;über den Hals in Arbeit/Schulden stecken be up to one’s neck in work/debt;sie kann den Hals nicht voll (genug) kriegen she can’t get enough (of it);schaff es/ihn mir vom Halse räumlich: get it/him out of here ( oder out of my sight); weitS. I don’t want to have anything to do with it/him, get it/him off my back umg;* * *der; Halses, Hälse1) necksich (Dat.) den Hals brechen — break one's neck
jemandem um den Hals fallen — throw or fling one's arms around somebody['s neck]
Hals über Kopf — (ugs.) in a rush or hurry
einen langen Hals machen — (ugs.) crane one's neck
jemandem den Hals brechen — (ugs.) drive somebody to the wall
das kostete ihn od. ihm den Hals — (ugs.) that did for him (coll.)
sich jemandem an den Hals werfen — (ugs.) throw oneself at somebody
jemandem jemanden auf den Hals schicken od. hetzen — (ugs.) get or put somebody on [to] somebody
sich (Dat.) jemanden/etwas auf den Hals laden — (ugs.) lumber or saddle oneself with somebody/something (coll.)
jemandem steht das Wasser bis zum Hals — (ugs.): (jemand hat Schulden) somebody is up to his/her eyes in debt; (ugs.): (jemand hat Schwierigkeiten) somebody is up to his/her neck in it
2) (Kehle) throataus vollem Hals[e] — at the top of one's voice
er hat es in den falschen Hals bekommen — (ugs.): (falsch verstanden) he took it the wrong way; (ugs.): (sich verschluckt) it went down [his throat] the wrong way
er kann den Hals nicht voll [genug] kriegen — (ugs.) he can't get enough; he's insatiable
das hängt/wächst mir zum Hals[e] heraus — (ugs.) I'm sick and tired of it (coll.)
3) (einer Flasche) neck* * *¨-e m.cervical n.neck n.throat n. -
17 stick
I [stik] past tense, past participle - stuck; verb1) (to push (something sharp or pointed) into or through something: She stuck a pin through the papers to hold them together; Stop sticking your elbow into me!) espetar2) ((of something pointed) to be pushed into or through something: Two arrows were sticking in his back.) cravar3) (to fasten or be fastened (by glue, gum etc): He licked the flap of the envelope and stuck it down; These labels don't stick very well; He stuck (the broken pieces of) the vase together again; His brothers used to call him Bonzo and the name has stuck.) colar4) (to (cause to) become fixed and unable to move or progress: The car stuck in the mud; The cupboard door has stuck; I'll help you with your arithmetic if you're stuck.) ficar preso•- sticker- sticky
- stickily
- stickiness
- sticking-plaster
- stick-in-the-mud
- come to a sticky end
- stick at
- stick by
- stick it out
- stick out
- stick one's neck out
- stick to/with
- stick together
- stick up for II [stik] noun1) (a branch or twig from a tree: They were sent to find sticks for firewood.) ramo2) (a long thin piece of wood etc shaped for a special purpose: She always walks with a stick nowadays; a walking-stick / hockey-stick; a drumstick.) pau3) (a long piece: a stick of rhubarb.) pedaço•- get hold of the wrong end of the stick- get the wrong end of the stick* * *stick1[stik] n 1 galho, vara, graveto, talo. 2 bastão, pau, cacete, bordão. 3 bengala. 4 objeto em forma de vara ou de bastão, barra. 5 acha, pedaço de lenha. 6 raquete para hóquei. 7 coll pessoa estúpida ou desajeitada. 8 batuta: varinha de dirigente de orquestra. 9 alavanca de comando (de avião). 10 desempeno de carpinteiro. 11 Typogr componedor. 12 Bot pecíolo. 13 taco de bilhar. 14 arco de violino. 15 porção de bebida alcoólica adicionada a uma bebida sem álcool. 16 sticks Amer interior, distritos afastados. • vt (ps, pp stuck) fixar com vara, colocar vara. a poor stick um pobre coitado. and old stick um sujeito esquisito. a stick of chewing gum um tablete de goma de mascar. eraser stick lápis-borracha. he can swear a good stick ele sabe praguejar. he has got hold of the wrong end of the stick ele começou o negócio errado. in a cleft stick em um dilema. in the sticks no meio do mato. it is easy to find a stick to beat a dog fig é fácil achar um pretexto. right (wrong) end of stick uma compreensão verdadeira (equivocada) da situação. stick and stone com casca e tudo, tudo em conjunto. sticks of furniture coll mobília de pouco valor ou importância. to beat to sticks derrotar e ultrapassar completamente. to give someone stick sl censurar ou punir alguém. up sticks coll mudar-se para um outro lugar. walking stick bengala. with a stick in it coll com um pouco de rum.————————stick2[stik] vt+vi (ps, pp stuck) 1 varar, transpassar, perfurar, espetar, picar, furar. 2 matar, apunhalar. 3 fixar, crivar, fincar, inserir. 4 pôr, colocar. 5 sair, estender-se, salientar. 6 colar, grudar, fazer aderir. 7 ficar junto, apegar-se. 8 estar parado ou atolado, atolar, estar paralisado. 9 paralisar, fazer parar. I’m sticking / vou parar (de jogar cartas). 10 continuar, aferrar-se, agarrar-se, persistir. 11 coll embaraçar, confundir, intrigar. 12 estar confundido ou embaraçado, hesitar. 13 sl embrulhar, enganar, tapear. 14 sl explorar (nos preços), abusar, cobrar os olhos da cara. 15 pregar, prender. 16 suportar, agüentar. I can’t stick him / coll não o tolero. I can’t stick it any longer / não agüento mais. 17 empacar, emperrar, enguiçar. he sticks at nothing ele não tem escrúpulos, não recua diante de nada. he sticks out his chin for more fig ele ainda não está satisfeito. stick-in-the-mud pessoa fleumática e pachorrenta. stick it! agüenta!, força! stick it out! agüenta! stick it upon your mind fixe isso na sua memória. stick no bills! proibido colar cartazes. stick them up mãos ao alto. the word stuck in his throat ele se engasgou, perdeu a fala. to be stuck on coll estar obcecado por, estar apaixonado por, estar gamado em. to get/ take stick coll receber críticas ou chateação. to stick at segurar em, persistir em, agarrar-se em. to stick between hope and fear oscilar entre esperança e medo. to stick by manter-se fiel a, afeiçoar-se, apegar-se. to stick down fixar, grudar, colar. to stick in não ceder, continuar no cargo. to stick indoors ficar em casa, ser caseiro. to stick on ficar colado, ficar grudado, colar, fixar. to stick one’s neck out arriscar o pescoço. to stick out ressaltar, salientar, olhar para fora, estar visível, chamar atenção, pôr para fora, persistir, ficar firme. to stick out for lutar por. to stick to apoiar, aderir a, apegar-se a, agarrar-se em, obedecer (lei, regra), seguir. stick to the point! / não fuja do assunto. he sticks to his principles / ele sustenta os seus princípios. he sticks to his work / ele se dedica ao seu trabalho. to stick together a) colar, juntar com cola. b) fig ter amizade, ser inseparável, manter-se unidos. to stick to one’s guns coll manter-se firme em seus princípios. to stick to one’s knitting cuidar só do que é seu, ficar na sua. to stick up a) salientar-se, sobressair, ressaltar. b) ficar em pé (cabelos). c) sl assaltar (à mão armada), levantar as mãos para o alto (sob ameaça de arma de fogo). to stick up for ficar do lado de, agir em defesa de. he sticks up for him / coll ele o defende. to stick with a) manter, preservar, apegar-se. b) apoiar, defender, ser fiel. to stick around esperar, ficar por aí. -
18 stick
I [stik] past tense, past participle - stuck; verb1) (to push (something sharp or pointed) into or through something: She stuck a pin through the papers to hold them together; Stop sticking your elbow into me!) zabosti2) ((of something pointed) to be pushed into or through something: Two arrows were sticking in his back.) zadreti3) (to fasten or be fastened (by glue, gum etc): He licked the flap of the envelope and stuck it down; These labels don't stick very well; He stuck (the broken pieces of) the vase together again; His brothers used to call him Bonzo and the name has stuck.) nalepiti4) (to (cause to) become fixed and unable to move or progress: The car stuck in the mud; The cupboard door has stuck; I'll help you with your arithmetic if you're stuck.) zatakniti (se)•- sticker- sticky
- stickily
- stickiness
- sticking-plaster
- stick-in-the-mud
- come to a sticky end
- stick at
- stick by
- stick it out
- stick out
- stick one's neck out
- stick to/with
- stick together
- stick up for II [stik] noun1) (a branch or twig from a tree: They were sent to find sticks for firewood.) veja2) (a long thin piece of wood etc shaped for a special purpose: She always walks with a stick nowadays; a walking-stick / hockey-stick; a drumstick.) palica3) (a long piece: a stick of rhubarb.) steblo•- get hold of the wrong end of the stick- get the wrong end of the stick* * *I [stik]1.nounpalica, gorjača, sprehajalna palica; prot, šiba; bat, kij; držalo, držaj, toporišče, nasadilo; steblo, kocen; music dirigentska paličica, taktirka; tablica (čokolade); nautical jocosely jambor; printing vrstičnik; slang revolver; plural protje, šibje, polena (kot kurivo); figuratively colloquially dolgočasnež, sitnež; British English slang lomilno orodje, lomilkain a cleft stick — v precepu, v škripcihany stick to beat a dog figuratively pretveza se hitro najde, sovraštvo ne izbira sredstevthe big stick American slang politika grožnje z vojno drugi državias cross as two sticks figuratively pasje slabe voljegold stick — zlata palica (ali njen nosilec), ki jo nosi polkovnik garde ob svečanih prilikahsword stick — votla palica, v kateri je bodalothe wrong end of the stick figuratively neugoden položaj; popačeno poročiloto be beaten with one's own stick — biti tepen z lastno palico, sam sebi jamo izkopatito be in a cleft stick — biti v precepu, v škripcih, v brezizhodnem položajuit is easy to find a stick to beat a dog figuratively lahko je najti pretvezoto cut one's stick slang popihati jo, oditito get hold of the wrong end of the stick figuratively napačno (kaj) razumetihe wants the stick figuratively on potrebuje palico (batine);2.transitive verbpodpreti (rastlino) s palico; printing (po)staviti črkeII [stik]nounzabod, vbod, sunek; mirovanje, obtičanje; vzrok zaviranja, odlašanja; adhezija; lepljiva snovIII [stik]1.transitive verbprebosti, zabosti, zabadati; zaklati; nabosti, nasaditi, zadreti; zatakniti; iztegniti, pomoliti ( out of iz); natakniti (čepico) (on, to na); naježiti; nalepiti, prilepiti (on, to na); zamazati, pomazati; podpreti (rastlino) s kolcem; colloquially vreči pri izpitu; figuratively spraviti (koga) v zadrego; zmesti; zaustaviti; podtakniti (s.th. on s.o. kaj komu); slang prevarati, oslepariti; slang prenesti, vzdržati;2.intransitive verbtičati; biti poln (česa); sršati, štrleti, moleti ( out of iz); (pri)lepiti se (on, to na, za); zalepiti se, oprijeti se, prijemati se (to česa); obtičati, ne se premikati, zatakniti se (tudi figuratively); zagaziti; čvrsto sedeti (na konju); colloquially osta(ja)ti, vztrajati ( at to pri), držati se (to česa), ostati zvest (by komu, čemu); ne se pustiti odvrniti; biti zmeden, oklevati ustrašiti se (at ob, pred)stuck to American slang zaljubljen, zateleban vstuck up slang zmeden, zbeganto stick at — ustaviti se ob, oklevati, ustrašiti se obhe sticks at nothing — on se ničesar ne ustraši, njega nobena stvar ne zadržito stick bills — lepiti lepake, plakate, plakatiratistick no bills! — plakatiranje prepovedano!to stick to one's guns figuratively ostati zvest čemu, ne prelomiti besedeto stick it slang vzdržati, vztrajatito stick to it — oprijeti se, ne popustitito stick a knife into s.o.'s back — zasaditi komu nož v hrbeta man who will stick at nothing figuratively človek brez pomislekov, ki se pred ničemer ne ustavisome money stuck to his fingers figuratively poneveril je nekaj denarjato stick to the point — ostati pri stvari, ne se oddaljiti od predmetait sticks in my throat — obtičalo mi je v grlu, ne morem pogoltniti; figuratively ne morem zaupatiif you throw mud enough, some of it will stick — če zelo obrekuješ koga, bodo ljudje nekaterim teh klevet verjeli; tudi nedolžnost ni varna pred obrekovanjemto stick to his word — držati (svojo) besedo; -
19 stick
§ (stuck, stuck) ჯოხი; მიკვრა, მიმაგრება; დაწებება§1 ჯოხი, კეტი, სარი, ჭიგო2 საბიჯგი ჯოხი, ხელჯოხი3 (stuck) ჩარჭობა (ჩაარჭობს), ჩასობაshe stuck a flower into her hair თმაში ყვავილი გაიკეთა / გაირჭო4 (stuck) შერჭობა (შეურჭობს, შეერჭობა)5 (stuck) მიჩეჩება (მიაჩეჩებს)he stuck an envelope into my hand and disappeared კონვერტი მომაჩეჩა და გაქრა6 (stuck) გაჩხირვა (გაჩხირავს, გაიჩხირება)the key stuck in the lock გასაღები კლიტეში გაიჩხირა / გაიჭედა7 (stuck) მიკვრა (მიაკრავს, მიეკრობა), მიწებება●●sticking plaster ლეიკოპლასტირიwhatever happens we must stick together რაც უნდა მოხდეს, ერთად უნდა ვიყოთyou must stick to your word შენი სიტყვის პატრონი უნდა იყო // სიტყვას არ უნდა გახვიდე8 (stuck) ჩაყოფა, შეყოფა, გაყოფაkeep / stick / speak to the point! საქმეზე ილაპარაკეdon't stick your nose into other people's affairs სხვის საქმეებში ცხვირს ნუ ჩაყოფ!he always gets hold of the wrong end of the stick ყოველთვის ყველაფერი უკუღმა ესმის -
20 STANDA
* * *(stend; stóð, stóðum; staðinn), v.1) to stand, opp. to sitja or liggja (hann stóð við vegginn);koma standandi niðr, to come down on one’s feet;skal mik niðr setja standanda, in a standing position;standa fast, to stand fast;standa höllum fœti, to stand slanting;2) to stand, stick (G. skaut svá fast niðr skildinum, at hann stóð fastr í jörðunni);sveininum stóð fiskbein í hálsi, the bone stuck in his throat;3) to stand, remain;borð stóðu, stood, were not removed;4) to stand, be situated (bœr einn stóð skamt frá þeim);5) to stand still, rest, pause (stóð þá kyrrt nökkura hríð);verðr hér fyrst at standa sagan, the story must stop here for the present;6) to last (hafði lengi staðit bardaginn);7) to befit, become (konungr kvað þat eigi standa, at menn lægi svá);ekki stendr þér slíkt, it does not befit thee;8) to stand in a certain way, project, trend (fjögur horn ok stóðu fagrt, hit þriðja stóð í lopt upp);stendr inn straumrinn, the tide (current) stands in;blóðbogi stóð ór hvárutveggja eyranu, a stream of blood gushed out of both his ears;kallar hann betr standa veðrit at fara landhallt, that the wind stands better for making land;stóð vindr af landi, the wind blew from the land;standa grunnt, to be shallow (vinátta okkur stendr grunnt);9) to touch;standa grunn, to stick on the ground (örkin stóð grunn);10) to catch, overtake (hann drap menn Eiríks konungs, hvar sem hann stóð þá);standa e-n at e-u, to catch one doing a thing (ef maðr verðr at því staðinn, at hann meiðir smala manna);11) to stand, endure, bear (standa e-t or e-u);12) to press, urge, trouble (elli stóð Hárek);hvat stendr þik, what ails thee?13) to weigh so much (gullhringr, er stóð mörk);14) to stand by one, side with one, with dat.;mikils er vert, hversu fast N. stendr þér um alla ráðagerð, how close N. stands by thee in all counsel;15) with preps.:standa af e-u, to proceed from, be caused by (opt stendr illt af kvenna hjali);vil ok ek eigi, at af mér standi brigð okkarrar vináttu, nor do I wish to be the cause of a breach in our friendship;standa af e-u við e-n, to give up, cede to one;impers., segir hann honum, hvernig af stóð um ferð hans, how the matter stood as to his journey;standa at e-m, to attack (var við sjálft, at þeir mundu standa at prestinum);to stand by one, on one’s side (ek veit eigi víst, hvaðan G. inn ríki stendr at);standa á e-u, to stand on, insist on (statt ei á því, er þér er bannat);impers., stendr á illu einu með þeim, they are on very bad terms;standa á e-m, to hang over one (sú skóggangssök, er á þér stendr); to refer to (þat heilræði stóð upp á þenna sama sendiboða);standa eptir, to remain, be left;standa fyrir e-u, to stand in the way of (þeir kváðu geip hennar ekki skyldu standa fyrir þingreið þeira);standa e-m fyrir þrifum, to stand in the way of one’s thriving;to stand before one, protect one (vér skulum Egil af lífi taka, en hlífa engum, er fyrir honum vill standa);standa hjá e-m, to stand by one, assist one;standa í e-u, to be engaged in, busied with (standa í bardögum, einvígum, málum, kvánbœnum);impers., stendr í deilu með þeim, there is a quarrel between them;standa með blóma, to be in a flourishing condition;standa móti (á móti, í móti) e-u, to stand against;standa saman, to stand together, be gathered, amassed (þar stóð auðr mikill saman);standa til e-s, to tend towards;standa til umbótar, to stand for mending, need it;sem bœn yður stendr til, as your prayer tends to;eptir þeim efnum, sem honum þœtti til standa, according to the merits of the case;eptir því sem lög stóðu til, as the law was (taka þeir allir við bótum, sem lög stóðu til);impers., stendr til e-s, it is to be expected, feared (til langra meina mun standa, ef);standa e-m til e-s, to assist, help one (B. segir, hversu Ó. hafði honum til staðit);standa undan, to be lacking (mikit stendr undan við hann í vinfenginu);standa vel undir e-t, to support well, back it up well (munu margir vel undir þat standa);standa undir e-m, to be in one’s possession, keeping (féit stendr undir honum);standa upp, to stand up from a seat (þá stóð S. upp ok mælti hátt); to rise from bed (standa upp ok klæðast); to be left standing (fimm einir menn stóðu upp á skipinu);standa uppi, to be left standing (K. hinn auðgi flýði ok allt lið hans, þat er uppi stóð; hús þau, er uppi stóðu);to be laid up ashore, of a ship (stigu þeir á skip þat, er þar hafði uppi staðit um vetrinn);of a corpse, to lie on the bier (lík Kjartans stóð uppi í viku í Hjarðarholti);of a bow, to be kept bent (boginn má eigi einart uppi standa);standa við e-u, to withstand (víkingar svá harðfengir, at ekki stendr við);impers., stendr við e-t, it is on the verge of (þeir áttu svá harða leika, at við meiðingar stóð);standa yfir e-u, to be present at (heldr vildi hann þenna kjósa en standa yfir drápi Þorgils frænda síns); to extend (þar er þeira ríki stendr yfir);standa yfir, to stand over, last (hversu lengi skal fjárbón sjá yfir standa?);í þessum griðum ok svardögum, sem yfir standa, which now stand, are in force;16) refl., standast.* * *pres. stend, stendr, stöndum, standit, standa; pret. stóð, stótt, stóttú (mod. stóðst, stóðstú), stóð, pl. stóðum; subj. stæði; imperat. statt, stattú (cp. stand-þú); part. staðinn; pret. infin. stóðu = stelisse, Fms. vi. (in a verse); a medial form, pres. stöndumk (= stat mihi), Fm. 1. Kormak; pret. stóðumk (= stabant mihi), Hm. 106: with neg. suff. stóð-k-at, Fas. iii. 22 (in a verse). [Common to all Indo-Germ. languages.]A. To stand; þó at hann gangi eðr standi áðr, Grág. ii. 95; hann stóð við vegginn, … stóð á víxl fótunum, Sturl. ii. 158; standa höllum fæti, Nj. 97; koma standandi niðr, to come down standing (after a leap), 85, Grág. ii. 110; skal mik niðr setja standanda, in a standing position, Ld. 54; munkr er eigi mátti standa á bænum ok reikaði, Greg. 62; standa á götu e-s, Nj. 109; standa fast, to stand fast, 92; standa frammi, to stand, be on one’s feet, Fms. vii. 85; s. fyrir dómstóli keisarans, 656 C. 19; s. fyrir manni, to stand before a man, so as to screen him, Grág. ii. 12. 115, Eg. 357: s. hjá, to stand by, metaph. to assist, Fas. ii. 501: standa nær e-m, to stand near one, metaph. to back, Nj. 76; nær standa vinir Gunnars, 88.2. to stay; Egill stóð meðan ok beið þeirra, Eg. 483; statt ( stop) ok trú mér, 623. 17.3. to stand, stick; stóðu spjót þeirra ofan frá þeim, Nj. 253; at hann standi fastr í fönninni, 84; skildinum, svá at fastr stóð í vellinum, 262; öxin stóð á hamri, i. e. went through to the back, and stuck there, 165; sveininum stóð fiskbein í hálsi, the bone stuck in his throat, Blas. 40; ef nökkurum stendr bein í hálsi, 655 ix. B. 2: absol., það stendr í e-m, it sticks in one’s throat.4. to stand, remain; borð stóðu, stood, were not removed, Fms. vii. 144; skála þann sem enn stendr í dag, Þórð. 58 new Ed.; svá lengi sem heimrinn stendr, Rb. 64; skyli bú yðr standa ú-rænt, Nj. 208.5. to stand, be seated, placed;í þeim dal stendr kirkja, Greg. 57; kirkja sú er stendr í Reykja-holti, D. I. i. 476; bær einn stóð skamt frá þeim, Eg. 230; ór þeim sal er und þolli stendr … ask veit ek standa, … stóð fyrir norðan salr, sal veit hón standa, Vsp.; Lissibón stendr á Spáni, Fms. vii. 80; Narbón stendr vid Jórsala-haf, x. 85; öll þau fylki er í hans biskups-ríki stóðu, vii. 300; Illugastaði ok Hrafnagil er standa í Laxárdal, Dipl. v. 17; standa á bók, reikningi, skrá …, [Germ. es steht geschrieben], ii. 12, 13, Bs. i, passim. II. with prepp.; standa á e-u, to stand on, insist on, persevere in; statt eigi á því er þér er bannat, Mirm.; s. á illu ráði, id.; s. á hendi e-m, Nj. 88, Grág. i. 121 (see hönd); mest mundi á fyrir-mönnum standa, Nj. 106: to stand upon, s. á lögum, Js. 41; s. á rétti sínum, … standa á dómi e-s, to stand by, abide by:—s. gegn, á móti, to withstand, Hom. 7, Fms. ii. 36, 225, x. 401:—s. af e-u, to give up, Dan. afstaae, Fb. i. 523:—s. at, to help (at-stoð); hvaðan Guðmundr stendr at, … hvaðan sem hann stendr at, Nj. 214; þeim er þaðan standa at, 193:—s. eptir, to remain, N. G. L. i. 335, Fms. ii. 231, vi. 248, Grág. ii. 301, Eg. 202, Rb. 116, Hom. 12, Stj. 422 (eptir-stöðvar = arrears):—s. fyrir, to stand before, to stand in the way of a thing, Ísl. ii. 262, Fms. vi. 61, Grág. i. 140; s. e-m fyrir þrifum, Fms. ii. 154; s. e-m fyrir gleði, vii. 162; s. e-m fyrir svefni, Gísl. (in a verse); s. e-m fyrir ljósi, to stand in the way of one’s light; láta e-t s. fyrir kaupi, Nj. 17; láta s. fyrir kviðburði, 87; ef afl hefir staðit fyrir kvið þeirra, Grág. i. 53; þat á eigi fyrir málum at s., 106; eiðr Vermundar stóð fyrir, Fbr. 22; járni á hann fyrir at standa, N. G. L. i. 342; s. fyrir með eineiði, 346:—s. í e-u, to be deeply engaged in; s. í bardögum, einvígum, málum, stórmælum, kvánbænum, etc., Eg. 486, Ld. 262, Nj. 53, 224, 227, Ísl. ii. 216; standa í ábirgð, Dipl. v. 24; s. í þjónustu, Mar.:—standa saman, to stand together, put together in one place; þar stóðu saman fé mikil, Eg. 318; stóð úmegð mörg saman, Ísl. ii. 198; þar stóð auðr mikill saman, Ld. 124: to consist, Hom. 2:—s. undir e-u, to be subject to; s. undir prófi, Dipl. i. 6; féit stendr undir honum, is in his keeping, Grág. i. 395: standa undir með e-m, to support, Sturl. i. 20; s. vel undir e-t, to support well, back, Nj. 215, Fms. vii. 125; jarl stóð vel undir hans mál, viii. 282; munu margir vel undir þat s., to back it up well, Ó. H. 52:—standa upp, to stand up from a seat, Nj. 3, Fms. i. 33, x. 401: to rise from bed, Nj. 69, Eg. 121; s. upp fyrir dag, 577; s. upp ok klæðask, Ld. 44; hann liggr sjúkr … þar er standi aldri upp, Nj. 80 (standa upp ór sótt); s. upp með e-m, to rise, join one, Sturl. ii. 203:—s. uppi, of a ship, to be laid up ashore (during the winter), Nj. 259, Ísl. ii. 273: of a corpse, to lie on the bier, Fms. ii. 257, Ám. 101: of a bow, to be kept bent, 623. 19: standa upp, to be standing, be left standing on one’s feet; færri standa upp enn fallnir eru, Fms. xi. 110; stóðu þá enn upp mjök margir á skeiðinni, many still stood up (not dead or wounded), 142; flýði allt lið er upp stóð, Eg. 33; fimm einir menn stóðu upp á skipinu, Orkn. 356 old Ed., (new Ed. 414 l. c. leaves out ‘upp’); meðan ek má upp standa ok vápnum valda, Ld. 170: standa uppi, id., Fms, viii. 139, Hkr. i. 210:—standa við e-u, to withstand, Grág. i. 1, 336 (við-staða); svá harðfengir at ekki stendr við, Nj. 271; svá mikit troll at ekki stendr við honum, Bárð. 177; þeir skutu svá hart, at ekki stóðu við hlífarnar, Fms. i. 173: to stand against, stop, hann stóð við litla stund (við-staða, a pause, halt):—standa yfir, svá lengi sem þingboð stæði yfir, lasted, Fms. ii. 216: hversu lengi skal fjárbón sjá yfir standa? Nj. 141; í þessum griðum ok svardögum sem yfir standa, which now stand, are in force, Fms. xi. 365; þar er þeirra ríki stendr yfir, extends, Eg. 344.B. Metaph. usage, to stand still, rest, pause; verðr hér fyrst at standa sagan, the story must stop here, Fms. vi. 56: nú skal hér standa um athæfi Varbelgja, ix. 473; skulu sóknir standa, meðan leiðangr er úti, Gþl. 486; útlegðar-sakir skulu eigi standa um várþing, Grág. i. 103; skyldi málit standa um nóttina til rannsaks, Fms. ix. 414; skal þá standa leigan í hross-verðinu, Grág. i. 434; stóð þá kyrrt nokkura hrið, Fms. xi. 397; at svá búit stæði, Nj. 139; eigi mátti svá búit s., Fms. ii. 9; standa með blóma; stendr búit með miklum blóma, Band. 2.2. to last; Guðs ríki stendr ei ok ei, Hom. 160; ok standa eina þrjá vetr, Sks. 323; þá sjau daga sem veizlan stóð, Stj.; en er þrjár nætr hafði veizlan staðit, Landn. 117; hafði lengi staðit bardaginn, Odd. 18; er deildir várar s. lengr, Eg. 738; stóð mikil deila milli þeirra langa hríð, Fms. x. 169; stóð þetta heimboð nokkut skeið, Nj. 81; meðan erfit stóð, Eb. ch. 54; stóð hennar hagr með þeim hætti, Bs. ii. 166:—to be valid, skal þetta testamentum s. ok haldask, Dipl. iv. 8; ok standa enn þau lög, Ver. 52; um tólf mánaðr stendr þeirra mál, Grág. i. 143; skal þat allt s. ok satt vera, 655 xxvii. 28; hans tala skal s. á fé sjálfs hans, K. Þ. K. 146; má þat eigi s. né fyrir satt halda, Stj. 31; hann mun láta s. boð þessi (stand by it), Nj. 77; þrjú kúgildi þau er standa með jörðunni, Dipl. iii. 8; ekki á Bjarkeyjar-réttr á því máli at standa, this case does not fall under the town jurisdiction, Fms. vii. 130; stendr þat mál ( it extends) um þrjá fjórðunga, Grág. i. 464.3. to befit, become; konungr kvað þat ekki standa, at menn lægi svá, Fms. x. 157; berr þat eigi né stendr þvílíkum, Stj. 132; hví stalt þú guðum mínum, ekki stendr þér slíkt, 181.4. phrases, nú stóð í stilli, see stilli; var þat boð með svá miklu kappi, at stóð í stönginni (cp. Dan. saa at det stod efter), Fms. xi. 424; standa í háska, Mar.5. sem inn átti dagr Jóla standi á Dróttins degi, Rb. 128; en á þeim degi stóð Ólafs messu-aptann, Hom. 111.II. of direction, to stand in a certain way, project, trend; fjögur horn ok stóðu fagrt, hit þriðja stóð í lopt upp, hit fjórða stóð ór enni, ok niðr fyrir augu honum, Ld. 120; geitar-horn stendr ór höfði henni, Fms. vii. 156; vápn stóðu á Birkibeini svá þykt at varla mátti hann falla, 325; gákk af bryggjunni eðr spjotið stendr á þér, 144; ella hefði spjótið staðit gegnum hann, Nj. 246; blóðbogi stóð ór hváru-tveggja eyranu, 210, Fms. vi. 419; boginn stóð inn um ræfrit, Eg. 239; kallar hann betr standa veðrit, at fara landhallt, the wind stands better for making land, Fms. x. 347; sunnan-vindr hvass ok stóð at virkinu, xi. 34; stóð gnæðingr með fjöllum, Bárð. 171; af íllsku ok úþef þeim er af stóð, Fms. iii. 128; stóð vindr af landi, Vigl. 79 new Ed.; stendr inn straumrinn, Bs. ii. 143: stóð stropinn um kyrtilinn, Clar.; standa grunnt, to be shallow; vinátta okkur stendr grunnt, Eg. 520; stóð hón alla vega jörð, touched the earth. Art.; stafir stórir ok stóðu grunn í ánni, Fb. ii. 19; örkin stóð grunn, stuck to the ground, Stj. 50, Gþl. 460, Grág. ii. 358; þrjár rætr standa; á þrjá vega undir aski Yggdrasils, Gm.; augu yður standa lengra fram, Sturl. iii. 129; finnr konungr at mikit stendr undan við hann í vinfenginu al hendi Sigvalda, Fms. xi. 106; heilræðit stóð á þenna sama sendiboða, referred to him, 433; hvaðan Guðmundr inn ríki stendr, on which side he stands, with whom he sides, Nj. 214.2. to proceed from, be caused by; eigi standa þin orð af litlu fári, Fas. i. 195; stóð lítil stjórn af honum, Fms. xi. 223; þótti af honum minni ógn standa, Eg. 268; e-m stendr mein, úhapp, útili, íllt, gagn, hjálp … af e-m, 175; guðin rökðu til spádóma at af systkinum þessum mundi þeim mikil mein ok úhapp standa, Edda 18, Nj. 65, Barl. 39; eigi mun svá mikit íllt af þér standa, Nj. 368; opt stendr íllt af kvenna hjali. Gísl. 15: yðr munn vandræði af standa, Nj. 175.3. standa til, to tend towards; nú stóð áðr til svá mikils váða, at …, Fms. vii. 144; þá stendr þó til meira geigs, xi. 275; standa til umbótar, to stand for mending, need it, Fb. ii. 234; flest frumsmíð stendr til bóta, needs mending; standa til mikils kostnaðar, D. N. ii. 18; sem bæn yður stendr til, tends to, Nj. 192; hvárt honum standi hugr til nökkurrar konu, Ísl. ii. 285; engi ván eða verðleikr stendr til at fáisk, Al. 91; sem bæn yður stendr til, Nj. 192; eptir þeim efnum sem honum þætti til standa, according to the merits of the case, Fms. vii. 60; eptir þvi sem lög stódu til, as the law stood, Nj. 146, Ld. 28; frekari álög en forn lög stæði til, Fms. xi. 224; latari enn líkendi stæði til, 256; fremr enn ritningar stóðu til, tended towards, i. e. warranted, Mar.; líta á mál hans eptir þeim efnum sem honum þætti til standa, as the merits were, Fms. vii. 60; eptir því sem lög stóðu til, Nj. 146, Ld. 28; standa til váða ok auðnar, Fms. x. 271.III. to catch, overtake; hann drap menn Eiríks konungs hvar sem hann stóð þá, Hkr. i. 91; var hverr drepinn þar er staðinn varð, 107; lét hann ræna hvar sem hann stóð þá, Fms. vii. 181; hörmuðu bæði at þau máttu eigi fá staðit hann, Hom. 120; ef hann er með vátta inni staðinn, Grág. ii. 18; ef maðr tekr fé manns ok vinnr þjófskap at, enda standi hinn hann (acc.) at þvi er fé þat á, svá at handnumit verðr, ok …, 136; hinum er þýfð var í höndum staðin, id.; nú stendr maðr fé sitt þjófstolit í hendi öðrum manni, Gþl. 537.2. to stand, i. e. to endure or bear; hverr sem fyrir-smár dómarann, ok vill eigi dóm standa, N. G. L. i. 452: to discharge, skal dæma landit þeim manni er varðveizlu stendr, to the man who stands as guardian, Grág. ii. 251; sá er vitna þarf skal standa þeim kost allan, Jb. 358.3. to press, urge, trouble; ef ofviðri stendr mann, N. G. L. i. 349; Alfhildi stóð sótt, Hkr. ii. 199, Stj. 425; mun þik nú hræðsla standa, Fas. iii. 429; elli stóð Hárek, Ísl. ii. 482; hver fjölskylda sem þik stendr, Fms, xi. 429; segja máttu hvat þik stendr, what urges thee. Mar.; ok vænti af þér mests trausts, því heldr sem mik stendr meirr, Fms. iii. 70; standa mik svá stórar þröngslir, at …, Stj. 495; hvat stendr þik, what ails thee? Grett. 75 new Ed.; hvat stendr þik, Bergr, sagði biskup, Bs. i. 807; því at eins at þeim (þá?) standi ofviðri, N. G. L. i. 371.4. to be of weight, value; skal hann eigi standa tómr meirr enn átta merkr, Gþl. 524; gullhringr stendr sex aura, mörk, Fms. ii. 246, xi. 204; strútrinn stóð tíu merkr, 77; vættir þær er hver þeirra standi hálfa níundu mörk, Gþl. 523.C. Reflex. to stand right, be able to stand; steðjaði hann upp yfir törguna ok stóðsk þó, Nj. 144; þar mundir þú eigi hafa staðizk fylgjur þeirra Þorvarðs, Lv. 104; hann druknaði, því hann stóðsk ekki fjölkyngi Ragnars, Bárð. 181.2. standask e-t, standask áhlaup, Sks. 411; höggum standask fáir, Sks. 411 B; fáir stóðusk honum, þótt fræknir væri, Grett. 87 A; gull stendsk elding, Grág. i. 501; þetta éi var með svá miklum býsnum, at ekki máttu sumir menn betr enn fá staðizk, Fms, xi. 136; var við sjálft at ek mætta eigi standask, x. 331; stóðsk hann eigi ok dó, 623. 33; hví lét Guð þeira freista, þar er hann sá at þau máttu eigi standask, Eluc. 28; at þér standisk jafnvel ef þér sjáit frændr yðra svívirða, Fms. v. 270.3. to stand, bear, tolerate; hann skekr at honum sverðit, þetta fá þeir eigi staðizk ok hlaupa, Ísl. ii. 364; Kári stóðsk þetta eigi, Nj. 270; Björn stóðsk eigi ámælis-orð Sigmundar, Valla L. 218; standask frýju-orð, Fær. 196.4. standask við e-m, to stand, be able to withstand; Heiðrekr vá með Tyrfingi ok stóðsk ekki við honum, Fas. i. 526; engi hlutr var svá sterkr at standask mætti fyrir honum. Edda.5. to be valid; skulut mál hans standask um þá sök, Grág. i. 64; á þeirra dómr at standask, 80; eigu jammikit þeira orð at standask, sem annarra lögréttu-manna, 10; ef þú kemr til konungsins, ok megi þín orð nokkut standask, Fms. xi. 193; hennar orð stóðusk svá mikit, at …, Fas. i. 208; um þat vilda ek at mín at kvæði stæðisk, at …, Eb. 98.6. of direction, to proceed from; standask af e-m, af henni mun standask allt it ílla, Nj. 49; svá stenzk af um ferð mína, the matter stands so as to my journey; Ólafr sagði jarli hversu af stóðsk um ferð hans, Ld. 112 (hversu af stóð, 340); ekki sagði Kjartan föður sínum hversu af stóðsk um ferð þessa, 208; Gautr segir honum geiniliga allt hversu af stóðsk inn ferðir hans, Fms. iii. 57; svá stendsk af um ferðir mínar, at ek má hér ekki dvelja lengr, vi. 350; eigi veit ek hvernig af stenzk (stennz) um för þína, hvárt þú ferr nökkut í konungs leyfi, Ó. H. 143.7. a middle form; yfir ok undir stóðumk jötna vegir, the ‘giant-ways’ ( rocks) stood above and below, Hm.; stöndumk hjörr til hjarta, the sword touches me to the heart, Fm. 1.II. recipr. to stand opposite one another in the same line: to meet, of ends; þat stóðsk á, nesit þvert ok fylking þeirra, Ísl. ii. 326; stóðsk þat á, at Jólin þraut ok lokit var sögunni. Fms. vi. 356; vígin Áskels ok Steingríms skyldi á standask, Rd. 281; stóðsk þat á endum ok ostkistan, Nj. 76; stóðsk þat á endum ok þat er Gunnarr; átti at gjalda, 111; létu þeir þat á endum standask, 120; standask á mót; sandmelr sá er á stendzk ok Seftjörn, Gísl. 23; bær hans stóðsk á ok konungs atsetr, Fas. ii. 63: bíða þess at á stæðisk misganga straumanna ok austan-veðr, Orkn. 266: stendzk heldr í móti með þeim hjónum, they were rather at sixes and sevens, did not agree well, Bjarn. 21: hendingar standask sem næst, to stand as close to one another as possible, Edda (Ht.); tungl þau er næst standask, nearest to one another, Rb. 34, 1812. 56.III. staðinn = staddr, steadfast, placed, abiding; hvar sem maðr er staðinn, N. G. L. i. 163; vildi hann nú til staðins vita ( knew for certain) hver svör jarl vildi gefa, Vígl. 18.
См. также в других словарях:
throat — [ θrout ] noun count *** 1. ) the area at the back of your mouth and inside your neck: The curry was still burning his throat. She s in bed with a throat infection. sore throat: Have we got any medicine for a sore throat? => FROG 2. ) your… … Usage of the words and phrases in modern English
throat — [[t]θro͟ʊt[/t]] ♦♦♦ throats 1) N COUNT: oft poss N Your throat is the back of your mouth and the top part of the tubes that go down into your stomach and your lungs. She had a sore throat... As she stared at him she felt her throat go dry. 2) N… … English dictionary
The Gadget Maker — is a 1955 novel by Maxwell Griffith. It is notable for its vivid depiction of an otherwise rarely described milieu: campus life at MIT in the 1940s. It also presents a striking engineers eye view of guided missile development at a West Coast… … Wikipedia
Lüge — 1. Af a Lug ghead a Wadschn. (Steiermark.) – Firmenich, II, 766, 61. 2. Alle Lügen ersticken in der Wiegen. Lat.: Mendacium non senescit. (Binder I, 1833; Schreger, 12.) 3. Alle Lügen sind krumm, grad ist keine, wie die Schlange auch. – Sailer,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
stick — stick1 W3S3 [stık] v past tense and past participle stuck [stʌk] ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(attach)¦ 2¦(push in)¦ 3¦(put)¦ 4¦(move part of body)¦ 5¦(difficult to move)¦ 6 stick in somebody s mind 7 make something stick 8¦(name)¦ 9 somebody c … Dictionary of contemporary English
stick — 1 /stIk/ verb past tense and past participle stuck 1 PUSH (transitive always + adv/prep, intransitive always + adv/prep) if a pointed object sticks into something or you stick it into something, it is pushed into it: stick sth in/into/through etc … Longman dictionary of contemporary English
List of Celebrity Deathmatch episodes — This is the list of all the episodes and fights in the claymation series Celebrity Deathmatch. Bolded characters s names are the winners in a fight. Contents 1 Pilot episodes (January 1 25, 1998) … Wikipedia
List of Itchy & Scratchy cartoons — This is a list of the Itchy Scratchy cartoons shown on The Simpsons. There are currently 71 of them. Contents 1 100 Yard Gash 2 500 Yard Gash … Wikipedia
List of bog bodies — This is a list of notable bog bodies in alphabetical order. Bog bodies or bog people are the naturally preserved corpses of humans and some animals recovered from peat bogs. The bodies have been most commonly found in the Northern European… … Wikipedia
List of Mr. Bean episodes — This is an episode guide for the television series Mr. Bean, starring Rowan Atkinson, which ran between 1 January 1990 and 15 November 1995. Contents 1 Mr. Bean 2 The Return of Mr. Bean 3 The Curse of Mr. Bean … Wikipedia
Popeye — Infobox comic strip title= Popeye (Thimble Theatre) caption= The cover of Popeye #50 (Oct. Dec. 1959), featuring Popeye with his characteristic corncob pipe and single good eye, and his girlfriend Olive Oyl. Art by Bud Sagendorf, who wrote and… … Wikipedia